De komende dertig jaar moeten er 25 keer zoveel windmolenparken op zee komen als er nu zijn. Dat ambitieuze klimaatplan presenteerde Europees Commissaris Frans Timmermans donderdag 19 november. Het plan is onderdeel van het klimaatbeleid van de Europese Unie om dankzij hernieuwbare energie in 2050 klimaatneutraal te zijn. Vier vragen en antwoorden.
1. Wat wil de Europese Commissie?
De komende jaren moet flink worden geïnvesteerd in windenergie. In 2050 moet de offshore windenergiecapaciteit 300 gigawatt bedragen. Nu is de capaciteit van windmolens op zee 12 gigawatt. Voor 2030 heeft de Europese Commissie een capaciteit van 60 gigawatt als doel. Tussen 2030 en 2050 moet de capaciteit dus vervijfvoudigen.
Lees ook de column van Simon Rozendaal: Hocus pocus: aardgas uit groene stroom
Dat betekent dat vanaf nu 25 keer zoveel windmolens op zee moeten worden gebouwd. Daarnaast moet in 2050 40 gigawatt aan capaciteit bestaan uit andere vormen van ‘zee-energie’, zoals energie die wordt opgewekt uit de getijden of drijvende zonnepanelen. Tot 2050 wordt er 800 miljard euro in dit project geïnvesteerd.
De plannen komen van Frans Timmermans (PvdA), uitvoerend voorzitter van Commissie-Von der Leyen. Timmermans is verantwoordelijk voor het klimaatbeleid en de Europese ‘Green Deal’ , het ambitieuze plan om Europa in 2050 klimaatneutraal te maken.
Since the first project was installed in 1991, offshore wind has become a story of undisputed European technological and industrial leadership. The Offshore Renewable Energy Strategy will support further growth and spur progress towards our climate targets. #EUGreenDeal pic.twitter.com/KCXHnNA9E3
— Frans Timmermans (@F__Timmermans) November 19, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
2. Waar komen de windmolens te staan?
De windmolenparken worden verspreid over alle zeegebieden van de Europese Unie (EU): in de Noordzee, de Oostzee, de Zwarte Zee, de Middellandse Zee en in de Atlantische Oceaan. De Europese Commissie denkt dat voor het bereiken van 300 gigawatt offshore-wind in 2050 minder dan 3 procent van de maritieme ruimte van de EU nodig zal zijn.
Het Nederlandse deel van de Noordzee zou voor windmolens zeer geschikt zijn, doordat het er relatief ondiep is. Dat betekent dat er meer windmolens voor de Nederlandse kust komen te staan. Natuurbeschermers uitten eerder al kritiek op zulke plannen, want op de Noordzee zijn niet alleen natuurgebieden aangewezen, het gebied is ook belangrijk voor de biodiversiteit.
Ook de visserij protesteert. Vissers betogen dat hun visgronden zullen afnemen als er grote aantallen windmolens in de Noordzee worden geplaatst.
3.Waarom ligt de nadruk op windmolens en niet op andere energiebronnen, zoals kernenergie?
In principe zijn lidstaten van de Unie vrij om stroom op te wekken zoals zij dat willen, zolang ze de afgesproken doelen met betrekking tot vermindering van de CO2-uitstoot maar halen. Er bestaan onderwijl grote meningsverschillen tussen de Europese landen, zeker over kernenergie. Zo willen veel Oost-Europese landen, Frankrijk en ook het Verenigd Koninkrijk best kerncentrales bouwen. Terwijl Duitsland en Oostenrijk mordicus tegen zijn.
Door de meningsverschillen is het speelveld in werkelijkheid niet eerlijk. Hoewel ze net als wind en zon CO2-arm is, telt kernenergie volgens EU-wetgeving niet als ‘hernieuwbaar’. Dit werkt ontmoedigend voor landen die quota voor hernieuwbare energie moeten halen. Verder valt kernenergie in het EU-klimaatbeleid vaak buiten de boot, zoals in het ‘transitiefonds’ voor regio’s die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Nota bene komen aardgasprojecten die wél CO2 uitstoten waarschijnlijk wel in aanmerking voor steun.
Nederland is ook geen goed voorbeeld. Kerncentrales komen niet in aanmerking voor subsidies, terwijl miljarden euro’s zijn ingezet om de prijs van windturbines en zonnepanelen te verlagen.
Het is dan ook niet waarschijnlijk dat Europees Commissaris Timmermans binnenkort een maatregelenpakket voor kernenergie lanceert. Individuele lidstaten proberen er wel voor te zorgen dat in West-Europa na een pauze van dertig jaar weer meer kerncentrales worden gebouwd.
Op dat vlak zijn er hoopvolle signalen. Zo meldt het Franse energiebedrijf EDF zoveel ervaring te hebben opgedaan met hun nieuwe model kerncentrale dat de geplande reactor Sizewell C in het Verenigd Koninkrijk sneller en goedkoper kan worden gebouwd dan voorgangers in het Franse Flamanville en Britse Hinkley Point C. Maar dat gaat om kleine aantallen. In EU-verband lijkt er weinig kans op een ambitieuze aanpak voor kernenergie.
4.Hoe zit het ook alweer met de klimaatdoelen van de EU?
Veel meer dan andere grote CO2-uitstoters als de Verenigde Staten en China maakte de Europese Unie afgelopen decennia vrij constant werk van klimaatbeleid. Zo haalde de Unie doelen uit het Kyoto-protocol, een uitwerking van het Klimaatverdrag uit 1992. Ook daalde de uitstoot in de EU met ruim 20 procent sinds 1990 en is een succesvol emissiehandelssysteem ETS opgezet, het grootste ter wereld, dat grote industriebedrijven laat betalen voor CO2-uitstoot.
Lees het interview met Frans Timmermans waarin hij zich uitspreekt over kernenergie: ‘Ik mag claimen dat ik nooit iemand naar de mond praat’
De op 1 december 2019 aangetreden Europese Commissie onder leiding van de Duitse Ursula von der Leyen (CDU) trapt het gaspedaal nog dieper in met de Europese ‘Green Deal’. Het democratisch gehalte hiervan is twijfelachtig. Von der Leyen stond bij de Europese verkiezingen niet op een stembiljet, en de stembusgang leverde geen duidelijk mandaat op voor deze ingrijpende plannen.
De bedoeling van de ‘Green Deal’ is dat doelen uit het bestaande klimaatbeleid flink worden aangescherpt. Zo moet de uitstoot in 2030 niet met 40 procent zijn gedaald ten opzichte van 1990, maar met 55 procent. Dit gebeurt overigens op aandringen van Nederland. De voorgestelde Europese Klimaatwet schrijft zelfs voor dat de Europese Unie in 2050 netto geen broeikasgassen meer uitstoot.