Minister Frans Timmermans (PvdA, Buitenlandse Zaken) kreeg vrijdag een telefoontje van zijn Marokkaanse collega. Het opzeggen van het uitkeringsverdrag zal niet zonder gevolgen blijven, klonk het uit het Noord-Afrikaanse land.
Salahedinne Mezouar is naar eigen zeggen diep teleurgesteld over de kabinetsplannen om het verdrag, dat stamt uit 1970, per 1 januari 2016 op te heffen, melden Marokkaanse media.
Oude banden
Zijn land verwerpt dat voornemen volledig, zegt de minister van Buitenlandse Zaken. Hij belde naast Timmermans ook met minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA).
Marokko hoopt dat Nederland zich bedenkt, want het besluit zal niet zonder gevolgen blijven voor de relaties tussen beide landen. Mezouar zei dat ‘de nauwe en oude banden tussen de twee koninkrijken aanleiding moeten geven om in dialoog te gaan in plaats van eenzijdig voor een breuk te kiezen’.
Zo kan de opheffing bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de – overigens geringe – handel met Marokko, al denkt minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) dat het zo’n vaart niet zal lopen.
Zijn partij vreest wel dat Marokko de medewerking bij het uitzetten en berechten van uitgeprocedeerde asielzoekers en criminele immigranten zal stopzetten.
Gloeiende plaat
De Nederlandse regering was al een tijd in onderhandeling over aanpassing van het verdrag, maar de Marokkanen wilden maar niet tegemoetkomen aan de wensen van het kabinet.
Daarom werd er in juni nog een keer gewaarschuwd: als het land niet meewerkt aan het verlagen van uitkeringen die naar Marokko worden geëxporteerd, wordt het verdrag in het najaar opgezegd, klonk het vanuit bronnen rond het kabinet.
Afspraken
Ons land maakte meer dan veertig jaar geleden afspraken met Marokko over de uitkeringen. Nederland wil de uitkeringen die naar mensen in Marokko gaan, al een tijdje aanpassen aan het levenspeil in dat land, wat betekent dat ze flink lager worden.
Op financieel vlak zou de afschaffing van het verdrag voor Nederland een opbrengst van tussen de zeven en de negen miljoen euro opleveren. Dat is, met oog op de honderden miljoenen aan uitkeringen die Nederland jaarlijks naar het buitenland exporteert, een druppel op de gloeiende plaat.
De redenen voor opzegging zijn dus vooral principieel van aard. Het wetsvoorstel moet nog worden goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer.