Hoe gaat Turkije zich bemoeien met integratie in Nederland?

Vanwege de grote groep Turken in Nederland wil Ankara zich gaan bemoeien met het Nederlandse integratiebeleid. Wat zijn de Turken van plan?

De Turkse diaspora in Nederland wordt ‘gediscrimineerd’ en is het mikpunt van ‘xenofobe, islamofobe en racistische verwijten’, zo liet het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken vorige week in een verklaring weten.

Bemoeial

Het kabinet liet hierop weten dat Turkije zich niet heeft te bemoeien met een interne democratische discussie. Minister Bert Koenders (PvdA, Buitenlandse Zaken) sprak met zijn collega Mevlüt Çavuşoğlu waarna de ‘kou uit de lucht’ zou zijn.

Maar de Turken nemen hun kritiek helemaal niet terug. ‘We hebben moeite om te begrijpen waarom deze “racistische aanvallen”, die niet te verenigen zijn met onze lange geschiedenis met Nederland, op de agenda staan,’ stond woensdag in een verklaring op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Ankara.

Integratiebeleid

En zondag gaf minister Çavuşoğlu in een interview met de NOS aan dat Turkije zich met het Nederlandse integratiebeleid wil gaan bemoeien. ‘Als de Turken die in Nederland wonen zoveel aanvallen over zich heen krijgen, dan is het heel logisch dat wij daar gevoelig voor zijn. Het is onjuist om te denken dat Turkije geen band zou hebben met de Turken in Europa,’ zei de minister.

Volgens Çavuşoğlu is de integratie in Europa mislukt en zijn de immigranten daar de dupe van. ‘Ook in Nederland is er een racistische stroming, met een racistische partij. Een islamofobe en voor buitenlanders discriminerende partij,’ zei de minister die vindt dat hij in zijn recht staat om kritiek op Europa te uiten. ‘Als er in Turkije iets gebeurt, zoals de gebeurtenissen rond de protesten in het Gezi-park, dan geven onze vrienden in Europa hun mening. Maar als het dan gaat over zaken die de Turkse gemeenschap aangaan en Turkije zijn mening geeft, dan is dat plotseling bemoeienis met interne aangelegenheden.’

Maar wat gaat Turkije dan precies doen? Zich bemoeien met de Turkse gemeenschap in Nederland doen ze al. De discussie werd juist op gang gebracht doordat minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken zich kritisch uitliet over Turkse organisaties in Nederland. Via deze organisaties bemoeit Ankara zich al met Nederland.

Diyanet, oftewel de Islamitische Stichting Nederland (ISN), is met 143 aangesloten moskeeverenigingen veruit de grootste Turkse moslimorganisatie in Nederland. De organisatie is rechtstreeks verbonden met de Turkse regering in Ankara. Diyanet is het Directoraat van Godsdienstzaken dat onder de Turkse premier valt. De stichting draagt de officiële Turkse versie van de islam uit. Imams in ISN-moskeeën zijn in Turkije opgeleid en worden door Ankara betaald.

De oproep van de Turkse minister lijkt dan ook vooral een waarschuwing te zijn aan het adres van minister Asscher: ‘kom niet aan de Turkse clubs’. En die Turkse bemoeienis schiet veel politici in Nederland in het verkeerde keelgat. De ‘lange arm van Ankara’ kon jaren alles doen in Nederland wat het wilde, maar wordt nu opeens op de vingers getikt. De kou is alles behalve uit de lucht.