Satirisch blad Charlie Hebdo: hoe nu verder?

‘Omdat de pen altijd boven barbaarsheid staat… Omdat vrijheid een universeel recht is… Omdat u ons steunt… Komt ons blad volgende week woensdag uit!’ staat op de website van Charlie Hebdo. De komende editie van het satirische tijdschrift verschijnt 14 januari in een oplage van een miljoen.

Vrijdagochtend hebben de overgebleven Charlie Hebdo-redacteuren hun intrek genomen op de zwaar bewaakte redactie van Libération in Parijs om hun werk voort te zetten.

‘En hoe lang het gaat duren, maakt ons niet uit,’ zegt Libération-adjunct-hoofdredacteur Alexandra Schwartzbrod. Het dagblad biedt net als drie jaar geleden, toen een molotovcocktail een gedeelte van de redactie verwoestte, onderdak aan Charlie Hebdo.

Half miljoen

Als een van de vele behulpzame Franse media leent Franse kwaliteitskrant Le Monde computers, een scanner en een printer uit. Zelfs de overheid wil bijspringen, mocht dat nodig zijn. De Franse minister van Justitie Christiane Taubira zegt dat Charlie Hebdo niet mag verdwijnen.

Aan financiële middelen is geen gebrek: Google en Press en Pluriformiteit hebben gezamenlijk een steunfonds ter waarde van een half miljoen euro opgericht. Distributeur Presstalis heeft beloofd de verspreiding van de miljoen bladen voor zijn rekening te nemen.

Normaal gesproken heeft het satirische blad een oplage van 60.000 exemplaren per week. Het zestien bladzijde tellende tijdschrift bestaat deze week uit acht pagina’s. Over de inhoud voor volgende week is nog niets bekend.

Uitkafferen

In een emotioneel interview met radiozender France Inter zegt Patrick Pelloux, auteur van een vaste rubriek, dat hij de komende edities van Charlie Hebdo zal aansturen. ‘Met onze tranen zullen we de nieuwe editie schrijven,’ zegt hij in het interview.

Pelloux baseert zijn beslissing op het motto van overleden hoofdredacteur Stéphane Charbonnier. ‘Het blad moet altijd verschijnen, wat er ook gebeurt.’ ‘Anders zou Charb me uitkafferen,’ zegt hij.

De advocaat van het tijdschrift, Richard Malka, verzoekt de redactie rust te gunnen. Hij verwijst naar de volgende editie: ‘Ze hebben behoefte om samen te komen in een zekere beslotenheid. Alles wat ze u willen zeggen, zult u dan kunnen lezen.’ ‘De kracht en het hart dat ze nog kunnen opbrengen, zullen ze in die acht pagina’s leggen.’