Het eerste voorlopige onderzoek stelt dat de crash van het Russische passagiersvliegtuig boven de Sinaï-woestijn op 31 oktober, niet is veroorzaakt door terroristen of criminelen.
Volgens het Egyptische ministerie van burgerluchtvaart zijn er geen aanwijzingen voor een terreuraanslag gevonden.
Een technische onderzoekscommissie deed onderzoek naar de crash die alle 224 mensen aan boord het leven kostte.
Het toestel met vrijwel allemaal Russische toeristen, steeg op van Sharm el-Sheikh en stortte niet lang erna neer in de noordelijke Sinaï.
Bomaanslag
Al snel na de crash werd er druk gespeculeerd over een mogelijke bomaanslag, al dan niet van terreurbeweging Islamitische Staat (IS). Een aan IS gelieerde groepering uit Egypte eiste op de dag van de crash de aanslag op, maar bewijs daarvoor is nooit geleverd.
Rusland blijft uitgaan van een aanslag. ‘Ik herinner u eraan dat onze inlichtingenexperts tot de conclusie zijn gekomen dat het een aanslag was’, reageerde een woordvoerder van het Kremlin maandag op de Egyptische bevindingen.
In november maakte de Russische geheime dienst FSB bekend sporen van explosieven tussen de wrakstukken in Sinaï te hebben gevonden. De Russische president Vladimir Poetin sprak toen van een terreurdaad en beloofde de daders op te zullen sporen ‘waar ze zich ook ter wereld bevinden.’
Eerder was het team van onderzoekers ervan overtuigd dat het om een bom zou gaan die de ramp heeft veroorzaakt. Egypte zei daags na de crash voor ’90 procent’ zeker te zijn van een bomaanslag.
Dit baseerden de onderzoekers onder meer op de knal die op de geluidsopnamen uit de cockpit te horen was. Wel meldde het onderzoeksteam toen al dat de explosie ook veroorzaakt kon zijn door lithiumbatterijen of de brandstoftank.