De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties stemt maandag over een resolutie waarmee een deel van de sancties tegen Iran wordt opgeheven. Als de nieuwe resolutie wordt aangenomen, zijn zeven oudere resoluties niet langer van kracht.
Ook moet atoomwaakhond IAEA aantonen dat Iran de maatregelen heeft aangenomen die zijn vastgelegd in het nieuwe atoomakkoord tussen de islamitische republiek en de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, China, Rusland en Duitsland, zogenoemde P5+1. Conservatievelingen in Iran staan zelf ook sceptisch tegenover de deal, nadat ayatollah Ali Khamenei donderdag een aantal van de wereldmachten omschreef als ‘onbetrouwbaar’.
Verzet
Het atoomprogramma van Iran moet met het nieuwe akkoord worden teruggeschroefd, in ruil voor verlichting van de sancties. Het akkoord roept verzet op: onder meer Israël en Saudi-Arabië vrezen dat het land hiermee juist de ruimte krijgt om atoomwapens te maken.
De nieuwe resolutie bepaalt dat de VN-sancties automatisch weer worden ingesteld als Iran zich niet aan de afspraken houdt. Lidstaten worden geacht handelswaar van en naar Iran te inspecteren als er sprake is van het mogelijke vervoer van goederen die volgens de sancties Iran niet in of uit mogen.
Beperkingen
Het verbod op het leveren van rakettechnologie aan Iran blijft de komende acht jaar nog van kracht. Daarnaast blijven ook beperkingen voor het leveren van nucleaire technologie aan het land nog tien jaar staan en duurt het wapenembargo nog vijf jaar.
Wel worden per direct 36 personen en organisaties van een zwarte lijst gehaald. Van die personen en organisaties waren jarenlang de tegoeden bevroren. Ook hadden ze een reisverbod.