Redacteuren Charlie Hebdo staan lijnrecht tegenover elkaar

'Julia Reinhart/Corbis/HH'

Een half jaar nadat moslimextremisten terreur zaaiden bij sati­risch tijdschrift Charlie Hebdo, heerst grote onenigheid op de redactie. Er stroomden miljoenen binnen, en dus is er geruzie.

Voordat de redactie van Charlie Hebdo in januari werd gedecimeerd door de terreurbroers Kouachi, sleet krantenverkoper Hugues Specq wekelijks twee exemplaren van het weekblad. ‘Ik ontving er altijd zeven, maar raakte ze nooit kwijt. Nu verkoop ik er elke week tussen de dertig en veertig.’

Specq (57) zal de run op het ‘overleversnummer’, dat een week na het bloedbad op 7 januari uitkwam, niet vergeten. Zijn kleine kiosk in het twintigste ­arrondissement van Parijs werd zowat onder de voet gelopen. De editie ging acht miljoen keer over de toonbank, wat het blad tussen de 10 en 15 miljoen euro opleverde.

Dat de oorlogskas flink is gespekt, lijkt de enige meevaller na de ellende die Charlie Hebdo moest doorstaan: bij de terreuraanslag op de redactie vielen twaalf doden, onder wie acht redacteuren.

Het geld bleek echter al snel een splijtzwam onder de medewerkers van het linkse blad, dat Mohammed inmiddels niet meer afbeeldt maar wel het kapitalisme op de hak neemt. ‘Het is een nachtmerrie,’ verzuchtte columnist Patrick Pelloux. ‘Die miljoenen worden onze dood.’

Antikapitalisten

Vóór het bloedbad in de Rue Nicolas-Appert telde Charlie Heb­do nog geen 10.000 abonnees. Nu, ruim zes maanden na de aanslag, zijn het er ruim 200.000. Er kwam al ruim 4 miljoen euro aan giften binnen. De redactie is het erover eens dat dat geld naar de slachtoffers van de aanslag of de nabestaanden gaat, en naar een fonds voor cartoonisten in problemen in het buitenland.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Interview met voormalig cartoonist Luz

Maar over de bestemming van de miljoenen van nieuwe abonnees is nog onenigheid. Ineens maken de antikapitalisten van Charlie Hebdo zich druk over de verdeling van aandelen.

De medewerkers zijn niet te beroerd om hun onvrede daarover via andere media kenbaar te maken. In april publiceerden vijftien redacteuren een open brief in dagblad Le Monde, onder de titel ‘Voor een nieuwe Charlie’. De ondertekenaars schrijven daarin dat de financiële constructie van het blad, die ze ‘duister’ noemen, moet veranderen om de onafhankelijkheid te behouden.

Ideaal

Nu is 70 procent van de aandelen in handen van de nieuwe hoofdredacteur Laurent Sourisseau (48), alias ‘Riss’. Hij werd tijdens de schietpartij in zijn rechterschouder geraakt en overleefde door zich dood te houden. Financieel directeur Éric Portheault heeft 30 procent in bezit.

De briefschrijvers willen een ‘société coopérative’ oprichten. In dit model – een ideaal van links Frankrijk – worden alle aandelen eerlijk verdeeld onder de medewerkers. Riss kwam deels aan die wens tegemoet. Hij maakte recent bekend dat Charlie Hebdo een ‘entreprise solidaire de presse’ wordt.

In deze bedrijfsvorm moet 70 procent van de opbrengsten weer in het blad worden gestoken. Aandelen mogen alleen in handen zijn van medewerkers, maar een hoofdelijke verdeling zit er niet in: de hoofdredacteur vindt vijf of zes mede-eigenaren genoeg.

Alternatieve krant

Dat de besluitvorming onduidelijk is, is niet de enige kritiek. Journaliste Zaineb Al Rhazoui noemde Riss ‘autistisch’ toen hij haar in mei op het matje riep en wilde ontslaan. ‘Ze kwam haar verplichtingen niet na,’ reageerde de hoofdredacteur, die met lede ogen moest aanzien dat ze bijna nooit kwam opdagen.

Columnist Pelloux noemde het ontslag ‘gemeen en niet-loyaal’. Al Rhazoui was in februari nog bedreigd door islamisten. Was dit nou een alternatieve krant, een voorbeeld van sociale bedrijfsvoering? Riss bond in en hield het bij een officiële waarschuwing.

In dezelfde ingezonden brief in Le Monde vragen de opstandige medewerkers ook om ‘modernisering’ van Charlie. Het blad lag voor de aanslagen immers niet voor niets bijna op zijn gat. Riss kondigde een vernieuwd magazine aan voor na de zomer, ‘dat de vrolijke toon behoudt, maar meer op de actualiteit vooruitloopt’.

Kwelling

De vraag is alleen wie het blad moet gaan vullen. Er wordt gezocht naar een nieuwe generatie cartoonisten, maar potentiële kandidaten die Riss benaderde, wilden vooral weten of ze verplicht naar de redactievergaderingen moeten komen en of ze onder pseudoniem mogen werken.

Tot overmaat van ramp stapt na de zomer ook Charlie’s top­tekenaar Rénald Luzier (‘Luz’) op, die op de dag van de aanslag verlaat arriveerde wegens een kater. Ook hij nam de draad eind februari weer op, maar kon het toch niet aan. ‘Er zijn niet veel tekenaars meer over, ik maakte drie van de vier covers. Elke deadline is een kwelling, omdat de anderen er niet meer bij zijn,’ zei hij.

Luz liet eerder al weten dat hij de profeet niet meer wil tekenen, en voegde daar later aan toe dat de actualiteit hem eigenlijk ook ‘geen ruk’ meer kan schelen.

Elsevier nummer 30, 25 juli 2015