Aan de EU-buitengrens blijkt dat veel migranten geen hulpbehoevende oorlogsvluchtelingen zijn. Wel willen ze allemaal zo snel mogelijk naar Duitsland. Een reportage vanuit Röszke, Hongarije.
Al ruim twee uur staan de oude stadsbussen van Boedapest met draaiende dieselmotoren voor het gesloten hek van het opvangkamp in Röszke, vlak bij de grens met Servië. Uit de ramen van de bussen hangen Syriërs, Afghanen en Irakezen. ‘Waar brengen ze ons heen?’ ‘Moeten we hier onze vingerafdruk geven?’ ‘Waarom laat Hongarije ons niet doorgaan?’
In Röszke zijn het de migranten die de vragen stellen aan journalisten, in plaats van andersom. Dit hadden ze niet verwacht toen de Duitse bondskanselier Angela Merkel alle Syrische vluchtelingen in haar land uitnodigde. ‘Geef ons gewoon 24 uur om door te reizen,’ moppert een man uit Beirut. ‘Niemand wil in dit rotland blijven. We willen naar Duitsland. Laat ons gewoon gaan.’
De onzekerheid over wat komen gaat in ‘dit rotland’ maakt het gemopper begrijpelijk. Toch zijn de chagrijnige gezichten een uitzondering. Bij het zien van een journalist maken veel mannen met hun vingers optimistisch het V-teken. Ze zijn immers op de goede weg. Vrouwen en kinderen lachen.
‘Waar komen jullie vandaan?’ vraagt Khaldoun (30) die zegt dat hij tandarts in Damascus was. ‘Uit Amsterdam? Is het daar leuk? Zal ik daar ook heen komen?’ Khaldoun klaagt niet over zijn situatie. ‘Ik ben gelukkig, ook in deze warme bus. Hier zijn we veilig, in Syrië word je doodgeschoten.’
Onder de ruim 170.000 migranten die sinds begin dit jaar via Hongarije de Europese Unie (EU) binnenkwamen zijn veel Syriërs, maar niet alleen maar oorlogsvluchtelingen, zoals vaak wordt gedacht. Er zijn ook veel economische migranten uit Syrië. Er lopen veel jonge mannen tussen, maar ook hele families met jonge kinderen. Er zijn veel moslims, maar ook christenen en jezidi’s.
Als er toch een gemeenschappelijke factor moet worden genoemd, dan is het de enorme vitaliteit waarmee velen hun reis afleggen. Zelfs bij het ‘verzamelpunt’ in Röszke, waar de migranten in een stinkende vuilnisbelt midden in het weiland door norse Hongaarse agenten in rijen worden opgesteld om in bussen te worden vervoerd, blijven de meesten opvallend monter.
Cameraploegen van de BBC en persbureau Reuters zoomen in op het meisje dat vanaf de schouder van haar vader huilend haar onvrede kenbaar maakt. Maar niemand heeft oog voor haar leeftijdgenootje dat al uren zoet is met een bellenblazer. Of wat te denken van het meisje in een rood-witte streepjestrui die vrolijk naar de pers zwaait.
‘Bye, thank you very much,’ roept het kind als een volleerd actrice wanneer ze in de bus stapt. ‘Dag, bedankt voor alles!’ Ook dit zijn beelden die emoties oproepen, maar toch halen ze de journaals waarschijnlijk niet.
De beelden van duizenden migranten die in de verzengende hitte in rijen worden opgesteld, doen denken aan een volkstelling uit een tekst van de Griekse historicus Herodotus. Toch vertellen de schrijnende beelden niet het hele verhaal.
Onbegrip
Wie door Zuid-Hongarije rijdt, ziet veel groepjes migranten langs de weg lopen. De meesten lopen vastberaden en met opgeheven hoofd naar hun bestemming. Sommigen lopen al dagen, maar glimlachen desondanks vriendelijk als je ze passeert. De goedbedoelde hulp die vrijwilligers uit heel Europa langs de kant van de weg aanbieden, is soms hard nodig, maar wordt in veel gevallen lachend afgewezen.
‘Nee, ik wil geen water, ik heb mijn eigen spullen, bedankt.’ ‘No, thank you,’ zegt een Iraaks jongetje van een jaar of tien als hij langs de weg bij het plaatsje Ásotthalom een blikje Cola Light krijgt aangeboden.
Een bord van twee Duitse vrijwilligers waarop met behulp van plaatjes wordt gewezen op de gevaren van mensensmokkel, zorgt voor onbegrip onder de migranten. ‘Alsof we niet weten dat mensensmokkel gevaarlijk is. Maar als Hongarije ons hier vasthoudt, hebben we geen andere keuze, toch?’ zegt een Syrische jongen. Beteuterd kijken de jonge Duitse vrouwen hem na.
Hier lopen geen zielige oorlogsslachtoffers. Dit zijn mensen die vol overtuiging hebben besloten dat ze hun leven willen voortzetten in Europa. De uitnodiging van bondskanselier Merkel gaf velen het laatste zetje. Opvallend veel migranten leggen de reis af in een voetbalshirt van die Mannschaft.
Het is niet correct om alle migranten die de EU binnenkomen te zien als Syrische oorlogsvluchtelingen, blijkt langs de grens van de Unie. Wie van Hongarije door Oostenrijk naar Duitsland reist, komt op stations, langs wegen en in opvangkampen steeds minder Syriërs tegen. Want het lijkt erop dat veel andere migranten van de gelegenheid gebruikmaken.
Ernö Simon, de Hongaarse woordvoerder van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, erkent dat dit voor veel mensen, niet alleen Syriërs, het juiste moment is om op weg te gaan. Hij zegt daarbij wel dat ‘niemand zomaar huis en haard verlaat’ en dat iedereen uit landen komt ‘die worden verscheurd door conflicten’.
Maar dat er velen zijn die misbruik maken van de open deur voor Syriërs, is duidelijk. Uit de meest recente cijfers van het Hongaarse ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat van de ruim 170.000 migranten die het land dit jaar illegaal binnenkwamen, er 67.015 uit Syrië kwamen. Dat is nog geen 40 procent. De rest kwam onder meer uit Afghanistan (43.772), Kosovo (23.403), Pakistan (14.959) en Irak (6.043).
Het zijn vooral de Syriërs, die vluchten voor de bommen van het leger van president Bashar al-Assad en het zwaard van Islamitische Staat (IS), die zich ergeren aan de reizigers uit andere landen én aan de oplichters die zich voordoen als Syriër. Door hen moeten ze langer wachten bij de grens, in de kampen en op de stations.
Bovendien duren door die anderen de asielaanvragen langer. In Duitsland wordt de helft van de asielaanvragen gedaan door inwoners van Balkanlanden. Vrijwel alle verzoeken worden afgewezen, maar de medewerkers van de migratiebureaus hebben er wel de handen vol aan.
En nu gaan ook nog langzaam de grenzen van Duitsland dicht. Had Merkel de Syriërs niet van harte uitgenodigd? Vermoedelijk hebben de duizenden feestgangers die vanaf dit weekeinde naar het Oktoberfest in München willen toch even meer prioriteit.
Vals paspoort
Het is voor Nabil (28) uit de Syrische hoofdstad Damascus in elk geval reden om niet meer naar Duitsland te gaan. ‘Het is me daar te druk nu. Ik ga liever naar Nederland of Zweden.’ Maar omdat hij niet zeker weet of deze landen hem zullen terugsturen als hij in Hongarije zijn vingerafdruk heeft gegeven, probeert hij de Hongaarse autoriteiten te mijden.
Als Nabil hoort dat hij zich toch in Hongarije moet registreren, wil hij in eerste instantie nog snel teruggaan door het hek naar Servië. ‘Daar staan smokkelaars die me al een lift hebben aangeboden. Misschien ga ik wel terug naar Griekenland, daar kun je voor 7.000 euro een vals paspoort krijgen waarmee je zo naar Nederland kunt vliegen.’
Uiteindelijk besluit hij samen met zijn vrienden dwars door de maïsvelden naar een tankstation aan de snelweg M5 te lopen. Hier stikt het van de onguur ogende types die in afgetrapte Opels met geblindeerde ramen hun diensten aanbieden.
Hongarije, Oostenrijk, Duitsland en Nederland kunnen hun grenzen dichtgooien, bussen en treinen tegenhouden, maar deze migranten laten zich niet stoppen. Desnoods gaan ze te voet van Belgrado naar München. De meesten willen geen hulp, want als ze ergens een hekel aan hebben, dan is het wel om zielig te worden gevonden.
Elsevier nummer 38, 19 september 2015