Dertig jaar heeft China geworsteld met de communistische revolutie. Maar de enorme ontwikkeling die het land sinds 1979 heeft doorgemaakt, is niet meer terug te draaien. China gaat ons tegenwoordig allemaal aan.
Vorige week zaten de 376 machtigste Chinezen vier dagen met elkaar opgesloten in het Jingxi Hotel in Beijing. Afgesloten van de buitenwereld vergaderde het derde plenum over de toekomst van China.
De verwachtingen waren hooggespannen. Groot was dan ook de teleurstelling binnen en buiten China toen na afloop het traditionele perscommuniqué werd verspreid.
Veel mooie woorden over geleidelijke verandering en veel hulde aan de partij. Maar de financiële markten reageerden negatief: onmiddellijk daalden de aandelenkoersen aan de beurzen van China en Hongkong.
Drastisch
Drie dagen later volgde een slotdocument waarin zestig concrete hervormingen worden aangekondigd. Dagen eerder dan verwacht. Veel drastischer dan gedacht. En met een deadline: in 2020 moeten de hervormingen zijn gerealiseerd. Drie jaar eerder dan het mandaat van president Xi Jinping afloopt. De Chinese aandelen schoten omhoog.
China-deskundigen over de hele wereld breken zich het hoofd over wat deze volgordelijkheid te betekenen heeft. Wat moeten we nu geloven? Het voorzichtige slotcommuniqué dat direct na de bijeenkomst werd verspreid? Of het uitgebreide, veel progressievere slotdocument?
In elk geval is er sprake van een pr-blunder van wereldformaat; het welzijn van de tweede economie ter wereld gaat ons tegenwoordig allemaal aan.
Machtige staatsbedrijven
Anders dan velen denken is het Chinese leiderschap gebaseerd op consensus. De partij heeft het in China voor het zeggen, maar binnen de partij bestaan verschillende facties en spelen uiteenlopende belangen.
Xi heeft zich de blaren op de tong gepraat om conservatieve communisten en vertegenwoordigers van machtige staatsbedrijven achter verdere hervormingen te krijgen. Iedereen is het erover eens dat niets doen geen optie is.
Dan stagneert de economie, wordt China geen middle income state en neemt de sociale onrust toe. Maar wat dan wel?
Ergens in die vier dagen is consensus bereikt over concrete hervormingen en het tijdpad van invoering. Moeilijke beslissingen zijn vooruitgeschoven door een taskforce in te stellen.
Iedereen blij
Om de conservatieve communisten gerust te stellen, is de nadruk gelegd op de verworvenheden van de partij. Om de staatsbedrijven te apaiseren is hun dominante positie in de Chinese economie benadrukt. De hervormingsgezinde factie heeft zijn vooruitgang, de conservatieven behouden hun gezicht. Iedereen blij!
Maar toen de buitenwereld uitgesproken negatief reageerde op het slotcommuniqué, nam Xi razendsnel het initiatief. Het oorspronkelijk geschetste beeld na het derde plenum beschadigde het beeld van China’s toekomstperspectief en vormde een bedreiging voor verdere economische groei.
Met dat argument heeft Xi na het derde plenum terreinwinst geboekt. Natuurlijk staat er in het slotdocument niets wat niet is afgesproken. Maar de toon en de gewekte verwachtingen zijn compleet anders. Er is geen weg terug.
Bamboegordijn
Dertig jaar heeft China geworsteld met de communistische revolutie. In 1979 ging het bamboegordijn open. Ook daarna zijn vele fouten gemaakt die zich niet allemaal eenvoudig laten herstellen.
Je kunt je zelfs afvragen wat het hedendaagse China nog met het communistische ideaal van weleer te maken heeft.
Maar één ding moet je de Chinezen nageven. Er is sindsdien enorm veel verbeterd. Geen land ter wereld heeft armoede zo succesvol bestreden, kindsterfte terug gedrongen en het opleidingsniveau verbeterd.
Dat laten ze zich niet meer afpakken. China pakt door.