De atoomdeal tussen Iran en het Westen zorgt voor gejuich in Teheran, tevredenheid in Washington en wantrouwen in Israël. Niemand zit te wachten op meer oorlog in het Midden-Oosten, maar Iran heeft wel vaker beloftes gebroken.
Is het kernprogramma-akkoord met Teheran een historische doorbraak of een historische vergissing?
De komende zes maanden, terwijl Iran en zes wereldmachten verder onderhandelen over een definitief akkoord, belooft Iran meer openheid te geven over zijn kernprogramma. En Iran zal de hoogwaardige verrijking van uranium – nodig voor een kernwapen – aan banden leggen.
In ruil worden de zware economische sancties verlicht.
Bloemen
De Iraniërs vieren deze impliciete erkenning van het recht op uraniumverrijking als een overwinning: president Hassan Rohani trakteerde zijn volk op een triomfantelijke en rechtstreeks uitgezonden televisie-toespraak en minister van Buitenlandse Zaken Mohammed Javad Zarif werd onthaald met gejuich en bloemen.
De Amerikaanse president Barack Obama, die bij zijn aantreden in 2009 beloofde diplomatie tot speerpunt van zijn presidentschap te maken, vindt het resultaat ‘een nieuwe weg naar een veiliger wereld’.
En inderdaad, niemand zit te wachten op nog meer oorlog in het Midden-Oosten. De kans dat Amerika of Israël de Islamitische Republiek gaat bombarderen, is voorlopig klein. Goed nieuws dus.
Stiekem
In Israël daarentegen spreekt premier Benjamin Netanyahu van een ‘historische vergissing’; een land dat Israël dreigt te vernietigen, dat terreurbewegingen als Hezbollah steunt, zou geen kernwapen mogen bezitten.
Iran beloofde al vaker volledige openheid, om vervolgens stiekem door te bouwen aan een kernprogramma waarvan experts zeggen dat het niet zomaar gaat om energie-opwekking.
Dat de Arabische landen het Israëlische wantrouwen over de deal met Iran delen, is een veeg teken. Hoe je onderhandelt in het Midden-Oosten, en wat een akkoord daar waard is, dat weten ze toch het beste in het Midden-Oosten zelf.