Het referendum waarbij de overgrote meerderheid van de Krim-bewoners aangaf bij Rusland te willen horen, was allesbehalve democratisch. Maar feit is dat verreweg de meeste Krim-bewoners liever onder Vladimir Poetin dan onder de chaos van Kiev verder willen.
Je kunt het referendum op de Krim moeilijk anders beschouwen dan als een democratisch fopmiddel. Want is het legitiem als een deel van een land zich losmaakt, zonder te overleggen met de centrale regering?
Kun je in slechts tien dagen tijd een eerlijk referendum organiseren, als tegenstanders het campagnevoeren onmogelijk wordt gemaakt? Is een volksraadpleging vrij als er 21.000 militairen van een buurland de boel in de gaten houden?
Cruciaal punt
Is het eerlijk als je slechts kunt kiezen uit twee opties: meteen bij Rusland, of een status als onafhankelijke staat die ‘banden heeft met Oekraïne’? Het antwoord op deze vragen kan slechts ‘nee’ zijn.
Het Europese en Amerikaanse gepiep over het illegale referendum gaat echter stilletjes voorbij aan een cruciaal punt: verreweg de meeste Krim-bewoners willen liever verder onder Vladimir Poetin, dan onder de chaos van Kiev.
Dat was vooraf al duidelijk: bijna 60 procent van de Krim-bevolking is immers Russisch. Toch stemde uiteindelijk, bij een opkomst van 83 procent, vrijwel iedereen voor aansluiting bij Moskou: 96,7 procent.
Gespleten land
Ook veel Oekraïense en Tataarse Krim-bewoners zien blijkbaar een betere toekomst als inwoner van Rusland, waar salarissen en pensioenen aanzienlijk hoger zijn dan in het armlastige Oekraïne.
Een handelsoorlog of militair conflict met Rusland riskeren om de Krim-bewoners tegen hun wil, en bij hun haren weer bij de Oekraïne te slepen, zou hooguit uitstel opleveren – geen afstel.
Het Westen en vooral de interim-regering in Kiev moeten alles op alles zetten om de pro-Russische delen van Oekraïne bij de toekomst van het gespleten land te betrekken en hun rechten uitdrukkelijk te garanderen. De Krim is verloren, maar het land nog niet.