Inname van Mosul door jihadleger is zeer alarmerende ontwikkeling

Niemand zit te wachten op een nieuw kalifaat in het noorden van Irak en Syrië. Zeker niet als dat wordt gesticht door de jihadisten van ISIS, een aftakking van terreurgroep Al-Qa’ida.

De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar vertoont soms opmerkelijke punten van overeenkomst.

Strijders van het jihadleger ISIS hebben het noordelijke Mosul, de tweede stad van Irak, ingenomen. Met ISIS wordt niet de lieflijke Nijlgodin uit het antieke Egypte aangeduid; het is het Engelse acroniem voor Islamic State of Iraq and Syria.

Slaags

Het gaat hier om een aan Al-Qa’ida gelieerde groepering, met als doel precies wat de naam zegt, het stichten van een streng-islamitische staat aan weerszijden van de huidige grens tussen Irak en Syrië.

De militanten van ISIS zijn soennieten. Ten tijde van de Iraakse president Saddam Hussein, ook een soenniet, was de de Baath-partij, de belangrijkste politieke beweging, actief in zowel Irak als in Syrië, al raakten beide vleugels later bitter slaags met elkaar.

De Nederlandse arabist en oud-diplomaat Koos van Dam schreef er een boek over dat in het Midden-Oosten een bestseller werd.

Grimmig

Voor de Amerikanen is het succes van ISIS bijzonder moeilijk te verteren. Het Amerikaanse leger heeft na 2003 juist in steden als Fallujah – al eerder ingenomen door ISIS – en Mosul zijn grootste verliezen geleden. Voor welk doel eigenlijk, vragen niet alleen hun nabestaanden zich nu af.

Dat de sjiitische premier Nouri al-Maliki van Irak een zwakke leider blijkt die geen enkele toenadering tussen de diverse bevolkingsgroepen tot stand heeft gebracht, maakt de situatie nog grimmiger.

De voortekenen zijn slecht en dat is alarmerend. Een dergelijk jihadistenbolwerk vormt een groot gevaar voor de regio. Dat de inwoners van Mosul de dreiging voelen, wordt geïllustreerd door de enorme uittocht die er inmiddels gaande is.

Op een nieuw kalifaat in het Midden-Oosten zit niemand te wachten, ook het Westen niet.