Veel tijd om te rouwen om de onschuldige Parijzenaars is er niet. Als andere steden net zo’n wankel antiterreurbeleid gaan voeren als Brussel, legt Europa het uiteindelijk af tegen het islamitische fundamentalisme.
Het zijn verwarrende dagen. De aanslagen in Parijs leggen de gevaarlijke zwakte bloot van het veiligheidssysteem van EU-landen. Natuurlijk betreuren wij de dood van onschuldige burgers, maar veel tijd om te rouwen hebben we niet.
De terreur in Parijs heeft andermaal, en hopelijk voor het laatst, aangetoond dat er een fundamenteel probleem bestaat. Het contraterrorisme van twee belangrijke landen heeft gefaald. Ik vrees dat dit in enkele andere landen ook kan gebeuren.
Multicultureel
Twee belangrijke Europese steden, Parijs en Brussel, waren betrokken bij de aanslagen van ’13/11′. Volgens de Franse president François Hollande werd de aanslag in Syrië gepland, in Brussel georganiseerd en in Parijs uitgevoerd.
Frankrijk en België hebben gefaald in het hinderen van terroristen en het bestrijden van terrorisme in de multiculturele wijken. Het belangrijkste probleem betreft het ‘gekende gevaar’.
Dat zijn jihadisten die bij de diensten bekend zijn. Ze staan geregistreerd. Bij alle aanslagen die in dit jaar in Frankrijk en België zijn gepleegd, was een deel van de daders bekend bij de inlichtingendiensten.
Salafisten
Ook de man die in mei zijn werkgever onthoofdde en daarna een aanslag wilde plegen in een chemische fabriek, was bekend bij de Franse inlichtingendiensten.
De islamitische terroristen die dit jaar aanslagen pleegden, radicaliseerden op verschillende manieren: in gevangenissen, in hun eigen omgeving, via internet of via een netwerk van salafisten in hun eigen wijk of kring.
De informatie was bekend en beschikbaar. Na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo beloofden alle inlichtingendiensten van de Europese Unie om te gaan samenwerken. Afgelopen vrijdagnacht is gebleken dat dit niet het geval was.
Massaliteit
Toch verwijt ik ze dat niet, omdat het systeem in het geheel niet geschikt is voor de massaliteit van het islamitische terrorisme.
In de meeste EU-landen zijn geen serieuze administratieve wetten ter bestrijding van terrorisme. Volgens de krant Le Figaro zijn alleen al in Frankrijk bijna 11.000 jihadisten en hun sympathisanten bekend bij de politie en inlichtingendiensten, terwijl volgens dezelfde krant daarvoor slechts 6.500 agenten beschikbaar zijn.
Intuïtief
Wie 11.000 mensen in de gaten wil houden, moet beschikken over een veelvoud aan agenten. Die zijn er niet en die komen er niet. En terecht. Als Europese landen op deze manier mensen in de gaten willen houden, veranderen ze gaandeweg in een politiestaat. Dit wil niemand.
Bij gebrek aan bestuurlijke maatregelen proberen de agenten op intuïtieve wijze een rangorde aan te brengen in de gevaarlijkste personen, om vervolgens al hun middelen op deze personen te richten. De rest loopt gewoon vrij rond.
Hiervoor waarschuw ik al jaren. Hoeveel doden moeten er vallen totdat de politici snappen dat een nieuwe juridische ruimte nodig is tussen de strafrechtspleging en het inlichtingenwerk?
Elektronische controle
Het bestuursrecht wordt niet of nauwelijks toegerust met adequate middelen om een groot deel van die 11.000 jihadisten te kunnen opvangen. Wat zijn die maatregelen? Uitzetting in geval van vreemdelingen, elektronische controle via een enkelband, verplicht wekelijks verschijnen bij de politie, et cetera.
Een ander deel van de jihadisten kan via strafrechtspleging worden aangepakt. Al deze handelingen kunnen slechts worden toegepast op grond van wetten die nog moeten worden aangenomen.
Je kunt je afvragen waartoe deze maatregelen zouden leiden. Waarschijnlijk trekt een deel van deze vijanden naar islamitische gebieden. Dat is geen verlies voor Europa. Hun aanwezigheid zal slechts een bijdrage zijn aan het geweld.
Familiedruk
Een deel zou op den duur kunnen ook genezen van het islamisme. Daarnaast zou de sociale druk en de familiedruk tot gedragswijziging kunnen leiden. En anders bestaat er de mogelijkheid van strafrechtspleging. Dit bestuursrechtelijke systeem kan niet los worden gezien van andere maatregelen, zoals een strikte controle op de buitengrenzen van Europa.
Al in 2002 pleitte ik voor het creëren van een nieuwe juridische ruimte voor het bestrijden van het terrorisme. Deze ruimte zou een kruising moeten zijn van het bestuurs-, straf- en oorlogsrecht. De organisatie van het contraterrorisme moet ook een vermenging van deze drie rechtsgebieden zijn.
Daarnaast zouden een vertegenwoordiger van zo’n contraterreurorganisatie in een Europees contraterreurverband zitting moeten nemen.
Zwakte
Zo zou ook het probleem van Guantanamo Bay op rechtsstatelijke wijze kunnen worden aangepakt. De westerse wereld is kennelijk nog niet klaar voor deze nieuwe rechtsruimte, het antiterreurrecht. Ik ben bang dat het uit de hand loopt.
Het gaat nu al helemaal mis. Een Belgische minister verklaarde dat de Belgische regering geen controle meer heeft over de Brusselse wijk Molenbeek. Door zwakte van Europese staten dreigt terreur te werken: geen controle in de wijken waar zich terroristen bevinden.
Laatste woord
De hoofdstad van Europese Unie is niet bij machte om een wijk onder controle te houden. En als verscheidene steden in Europa op dezelfde manier met problemen omgaan, heeft de terreur volledig gewonnen.
Er zijn andere typen ambtenaren en terreurbestrijders nodig. Ook dat leren we van het afgelopen decennium.
Niet de terreur, maar de rechtsstaat moet het laatste woord hebben.