Steeds meer illegale immigranten weten hun weg via de Balkanroute naar de Europese Unie te vinden. Voor het eerst sinds grensagentschap Frontex met de metingen begon, is Hongarije het grootste lek in de Europese buitengrens.
Dat schrijft Zuid-Oost-Europa-correspondent Marloes de Koning zaterdag in NRC Handelsblad.
Balkanroute
Het aantal betrapte illegalen dat via de ‘Balkanroute’ naar het Europese Schengengebied probeert te reizen, is in een jaar tijd met 537 procent gestegen. In het tweede kwartaal van 2013 probeerden 8.937 illegalen tevergeefs via de westelijke balkanroute naar West-Europa af te reizen.
In dezelfde periode werden 5.311 migranten gepakt die in bootjes de Middellandse Zee overstaken om op Lampedusa Europees grondgebied te bereiken. Deze Centraal-Mediterrane route wordt vooral gebruikt door Somaliërs, Tunesiërs, Eritreërs en Libiërs. De Balkanroute is daarentegen populair onder Afghanen, Pakistanen en Kosovaren.
Zorgen over Servië
De populaire Balkanroute vergroot de Europese zorgen over Servië dat kandidaat-lidstaat van de Europese Unie is. Voor de migranten levert het reizen via dat land nauwelijks problemen op.
Een busreis naar de Hongaarse grens kost ongeveer 100 euro en wanneer een agent de migranten staande houdt, kan die al worden omgekocht voor een prijs van ongeveer 200 euro.
Lucratief
In het Noord-Servische Subotica kamperen de migranten en proberen ze te voet Hongarije binnen te komen. Dit is voor veel vluchtelingen veel lucratiever dan de dure en gevaarlijke reis via de Middellandse Zee.
Volgens de cijfers zien steeds meer vluchtelingen uit Syrië de voordelen van een route door Servië. Omdat de controle in het Middellandse Zeegebied wordt opgeschroefd, kiezen steeds meer illegalen de veel veiligere en goedkopere route door Zuid-Oost-Europa.