Turkse politie treedt hard op tegen betogers in Ankara

Voor de tweede dag op rij heeft de Turkse politie betogers in de hoofdstad Ankara hard aangepakt. Met traangas en waterkanonnen joeg de politie zondag op meerdere plekken demonstranten weg.

Premier Recep Tayyip Erdogan (AKP) lijkt niet van plan toe te geven aan de wensen van de betogers. Zijn partij gaat deze week tegendemonstraties organiseren in Istanbul en Ankara.

Verkiezingen

Erdogan vindt dat betogers hun stem maar moeten laten horen tijdens de lokale verkiezingen in Turkije, die over ruim een halfjaar plaatsvinden.

‘Bestaat het volk alleen uit de mensen die demonstreren bij het Taksimplein? Zijn de mensen die hier in Ankara bijeen zijn niet ook het volk?’ zei Erdogan op een bijeenkomst op het vliegveld van Ankara tegen AKP-aanhangers.

Istanbul

In Istanbul, waar de protesten tegen het bewind van de conservatieve AKP-regering twee weken geleden begonnen, treedt de politie inmiddels minder hard op. Nog steeds zijn er dagelijks vreedzame protesten op en rond het Taksimplein.

Zaterdag gingen fans van voetbalclubs Fenerbahçe, Galatasaray en Besiktas, normaal gesproken elkaars rivalen, samen het Taksimplein op. Zondag organiseerde het Taksim Solidariteits Platform een manifestatie. Die groepering eist ontslag van politiechefs en een stop van de bouwplannen bij het Gezi-park.

De protesten in Turkije zijn op 27 mei begonnen omdat de regering het Gezi-park bij het Taksimplein in Istanbul wil vervangen door een winkelcentrum. De protesten hebben zich vervolgens over het land verspreid en gaan inmiddels al lang niet meer alleen om het park, maar om het bewind van de –in grote delen van het land populaire- conservatieve AKP-regering.