Inlichtingendiensten hebben het bewijs dat het Syrische leger achter de aanval met chemische wapens zat, gevonden in een onderschept telefoongesprek. Vorige week woensdag belde een ambtenaar van het Syrische ministerie van Defensie ‘in paniek’ met het depot van chemische wapens.
Dat schrijft het tijdschrift Foreign Policy.
Veel onduidelijk
Volgens Foreign Policy is het onduidelijk wie er precies het bevel heeft gegeven voor de gifgasaanval. Het zou kunnen dat president Bashar al-Assad of een van zijn ministers rechtstreekse orders gaf aan het leger, maar in theorie zou ook een lagergeplaatste officier die buiten zijn boekje ging achter de aanval kunnen zitten.
Het is onduidelijk of het gebruik van chemische wapens onderdeel was van een al langer bestaand strijdplan, of een misrekening van het regime van Assad, schrijft Foreign Policy. Ook geven de afgeluisterde telefoongesprekken geen duidelijkheid over het motief van de aanval.
Volgens Foreign Policy is de ‘gouden standaard’ van bewijsmateriaal voor de gifgasaanval nog niet bereikt. Daarvoor moeten de VN-wapeninspecteurs aarde, bloed en andere monsters uit de omgeving verzamelen die allemaal sporen van chemische wapens bevatten.
Ontruiming
Woensdag heeft het Syrische leger onder meer het hoofdkwartier in Damascus ontruimd. Ook zouden soldaten vrachtwagens hebben gevorderd voor het vervoeren van wapens. Dat zeggen leden van de Syrische oppositie.
De Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië overwegen Syrië aan te vallen om Assad te straffen voor de gifgasaanval van vorige week woensdag. Met het gebruik van chemische wapens tegen de eigen bevolking heeft het leger de ‘rode lijn’ overschreden die de Amerikaanse president Obama meerdere malen heeft aangekondigd.
Verenigde Naties
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN), Ban Ki-moon, zei woensdag bij zijn bezoek aan het Vredespaleis in Den Haag dat de VN-wapeninspecteurs nog vier dagen nodig hebben om hun onderzoek naar de gifgasaanval in Damascus af te ronden.
Na hun missie analyseren de inspecteurs de gegevens en rapporteren zij aan de VN-Veiligheidsraad. Vervolgens kan deze besluiten tot militair ingrijpen.