De Russische president Vladimir Poetin geeft een maand voor de Olympische Winterspelen in Sotsji beginnen, toch een beetje gehoor aan de internationale oproep om onder meer homo-demonstraties mogelijk te maken. Hij heft het demonstratieverbod op.
Het Kremlin had eerder voor 7 januari tot 21 maart, de periode van de Winterspelen en de Paralympische Winterspelen, ‘uit veiligheidsoverwegingen’ alle demonstraties verboden die geen verband hielden met de Olympische Spelen. Dat kwam Poetin op forse internationale kritiek te staan, omdat onder meer homorechtenorganisaties tijdens de Spelen tegen discriminatie wilden protesteren.
Afstemmen met autoriteiten
Poetin heeft vrijdag een decreet ondertekend waardoor er toch een klein beetje ruimte komt voor demonstraties, meldt persbureau Reuters. Mits protestgroepen hun politieke demonstraties tot in detail afstemmen met de lokale autoriteiten, mogen zij nu toch de straat op.
Onder meer het aantal deelnemers, de tijden en plekken van de protesten moeten van te voren worden overeengekomen. Het blijft de vraag of critici van het Kremlin toestemming zullen krijgen voor protestacties.
Imago
Naar verluidt ziet Poetin het sportevenement als een belangrijk onderdeel van zijn persoonlijk succes: hij wil ermee laten zien hoe Rusland is veranderd sinds het uiteenvallen van de Sovjetunie in 1991.
Hij vloog in 2007 persoonlijk naar Guatemala om de Spelen naar Rusland te halen. Poetin heeft naar schatting 50 miljard dollar (37 miljard euro) in de Winterspelen gestoken.
Aanslagen
Poetins publiciteitsstunt verloopt nog niet geheel voorspoedig: niet alleen is er in het buitenland veel ophef over homowetgeving en het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, ook wordt de stad Volgograd (op ruim 900 kilometer van Sotsji geteisterd door terreurgroepen.
De negatieve publiciteit blijft niet zonder effect. Onder meer de Franse president François Hollande, de Britse premier David Cameron en de Duitse bondskanselier Angela Merkel laten de Olympische Winterspelen aan zich voorbij gaan.