Waarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zijn zaterdag voor de derde keer tegengehouden toen zij probeerden de Krim te bereiken. Maar tegelijkertijd hebben wel voor het eerst sinds Russische militairen de Krim bezetten, vertegenwoordigers van Oekraïne en Rusland met elkaar gesproken.
Aan de waarnemingsmissie van de OVSE doen 28 Europese landen mee, waaronder Nederland. De OVSE wil de activiteiten van het Russische leger op de Krim in de gaten houden.
Niet uitgenodigd
De militairen van de OVSE werden onthaald met waarschuwingsschoten. Niemand raakte gewond, aldus een woordvoerder van de organisatie in Wenen. De militaire waarnemers trokken zich zaterdag terug uit Armjansk op het smalste stukje van de Krim vlakbij het Oekraïense vasteland. Bij Armjansk zijn twee checkpoints opgesteld: een door Oekraïense soldaten en één door waarschijnlijk Russische of pro-Russische milities.
Hoewel de OVSE door Oekraïne is uitgenodigd om de situatie op het schiereiland in kaart te brengen, liet Rusland eerder weten dat de organisatie ‘zonder uitnodiging’ van de Krim-autoriteiten probeerde binnen te komen. De OVSE-groep gaat zich vanaf de eigen basis beraden op volgende stappen.
Woensdag werd ook al de Nederlandse VN-gezant Robert Serry weggestuurd uit de Krim.
Gesprek Oekraïne en Rusland
De Russische onderminister van Buitenlandse Zaken Grigori Karassin sprak zaterdag in Moskou met de Oekraïense ambassadeur Vladimir Jeltsjenko. Aangezien Rusland de interim-regering van Oekraïne niet erkent, was de vertegenwoordiger in Rusland diegene die namens Oekraïne het woord voerde.
Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten dat de twee ‘openhartig’ hebben gesproken. Wat er is gezegd, is niet bekend.