Pro-Russische demonstranten hebben woensdag een lokaal regeringsgebouw in de stad Donetsk in het oosten van Oekraïne opnieuw bestormd en bezet. Eerder op de dag werden zij nog weggejaagd door de politie.
Ondanks de aanwezigheid van veel veiligheidsdiensten wisten zij het gebouw nogmaals te bezetten. Volgens persbureau Reuters bevinden zich ongeveer 200 pro-Russische activisten in het overheidsgebouw. Maandag hadden zij het gebouw al bezet en er de Russische vlag gehesen.
Sinds maandag
De politie van Donetsk vertelde de activisten donderdag dat er mogelijk bommen in het gebouw lagen, zeggen getuigen. Toen de betogers het gebouw verlieten, werd de Russische vlag vervangen door die van Oekraïne en blokkeerden veiligheids-eenheden de ingang.
Industriestad Donetsk is één van de staden waar protesten tegen het nieuwe regime in Kiev het hevigst blijven. Volgens de overgangsregering worden de protesten georganiseerd door Rusland, om een militaire interventie te rechtvaardigen.
Crisisvergadering
Intussen zijn in Parijs de ministers van Buitenlandse Zaken van Rusland, de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk bij elkaar om te praten over de crisis in Oekraïne.
Rusland heeft voor de bespreking al aangegeven vooralsnog niet bereid te zijn de troepen terug te trekken uit de Krim. Het Russische leger bezet sinds afgelopen weekend strategische locaties op het schiereiland, waar de meerderheid van de bevolking pro-Russisch is en waar veel verzet is tegen de nieuwe Oekraïense regering.
De Europese Unie (EU) heeft eerder vandaag al besloten achttien Oekraïners, onder wie hoogstwaarschijnlijk de afgezette president Viktor Janoekovitsj, op een zwarte lijst te zetten. Hun namen worden donderdag gepubliceerd en hun banktegoeden op rekeningen binnen de EU worden bevroren.