De bergingsactie van de lichamen van de meer dan 270 opvarenden van de gekapseisde veerboot Sewol voor de kust van Zuid-Korea kan nog maanden duren. De gearresteerde kapitein zegt dat hij de passagiers voor hun eigen veiligheid niet direct een evacuatiebevel gaf.
Toen de Sewol woensdag plotseling begon te zinken, waren er volgens de 69-jarige kapitein Lee Joon-seok nog geen reddingsboten of andere schepen in de buurt om opvarenden te kunnen redden als zij in de ijskoude zee sprongen. Daarom wachtte hij meer dan een half uur met het uitvaardigen van het evacuatiesein. Dat zei hij vrijdag tegen journalisten.
Lee Joon-seok wordt verdacht van vijf strafbare feiten, waaronder het vroegtijdig verlaten van de Sewol, nalatigheid en het veroorzaken van lichamelijk letsel. Ook zou hij hebben verzuimd andere schepen om hulp te vragen.
Jonge kapitein
Vermoedelijk was de derde kapitein, een 25-jarige vrouw met de voornaam Park, die voor het eerst aan het roer stond op de route, degene die het ongeluk veroorzaakte. Of zij tegen rotsen is gevaren of plotseling een te scherpe bocht maakte, waardoor de boot kapseisde, is nog niet duidelijk.
Zij is net als de eerste kapitein en een ander bemanningslid aangehouden. Deze twee worden van drie strafbare feiten verdacht.
Berging
179 mensen zijn gered. Nog altijd worden meer dan 270 opvarenden vermist. Van 32 passagiers en bemanningsleden is inmiddels bevestigd dat zij zijn overleden, maar de kans dat er nog mensen in het schip leven, is inmiddels nihil geworden. Duikers hebben zaterdag nog drie doden gezien, en geen teken van leven meer. Sinds woensdag zijn er geen levenden meer gevonden.
De reddingswerkzaamheden, die volgens de Zuid-Koreaanse reddingsorganisatie zeker een of twee maanden gaat duren, worden bemoeilijkt door sterke stroming. Ook is het zicht onder water erg slecht.
Slechte reputatie
De rederij Chong Hae Jin Marine ligt in Zuid-Korea onder vuur vanwege een slechte staat van dienst op veiligheidsgebied, meldde het persbureau Yonhap zaterdag. Schepen van het bedrijf zijn ‘ iedere twee tot drie jaar’ betrokken geweest bij botsingen of motorstoringen.