De zoektocht naar de Boeing 777 van Malaysia Airlines, dat begin maart spoorloos verdween, wordt nu ook voortgezet onder water. De speurtocht in de zuidelijke Indische Oceaan richt zich op de zwarte dozen.
Daarbij wordt gewerkt met een zogeheten Towed Pinger Locator, schrijft CNN vrijdag.
Batterij
Dat is een apparaat van de Amerikaanse marine dat bestaat uit een kabel met een microfoon. Een schip sleept de kabel over een lengte van 240 kilometer door het water.
Op die manier hopen de betrokkenen bij de verwoede zoektocht naar het vermiste toestel signalen van de zwarte dozen op te vangen.
Die dozen, met informatie over de vlucht en gesprekken uit de cockpit, hebben een batterij en kunnen dertig dagen lang een signaal, een ‘ping’, uitzenden. Maar als de batterijen eenmaal leeg zijn – en dat is binnen vier dagen – is het voor speurders nagenoeg onmogelijk de zwarte dozen ooit nog terug te vinden. Er is dus een grote kans dat het mysterie rond de Boeing niet wordt opgelost.
Bewijs
Intussen nemen veertien vliegtuigen en negen schepen deel aan de zoektocht in de oceaan ten noordwesten van Australië. Uit computerberekeningen blijkt dat het vliegtuig met 239 passagiers daar zou zijn neergestort.
Veel familieleden van de overwegend Chinese inzittenden, worden steeds onrustiger en bozer, omdat hen maar geen bewijs wordt aangeleverd.
Zij eisen dat zij meer inzicht krijgen in het onderzoek. De familieleden vragen zich af of het vliegtuig wel echt is neergestort, zoals werd geconcludeerd door de Maleisische autoriteiten.