Amsterdamse studenten kiezen opleiding met baanzekerheid

Eerstejaars studenten in Amsterdam kiezen voor opleidingen die meer garantie bieden op een goede baan. Met name de bètastudies winnen dit jaar aan populariteit.

Dat blijkt uit de aanmeldingen voor Amsterdamse hogescholen en universiteiten, schrijft Het Parool maandag.

Bètastudies

Voor technische opleidingen en de lerarenopleidingen natuurkunde, scheikunde en wiskunde op de Hogeschool van Amsterdam (HvA) was dit jaar meer animo dan voorgaande jaren. Bij de lerarenopleiding wiskunde steeg het aantal vooraanmeldingen met vijftig procent, zegt Paul Helbing van de HvA.

Op de Universiteit van Amsterdam (UvA) schrijven meer studenten zich in voor opleidingen op het gebied van natuurwetenschappen, wiskunde en informatica. Bij economie en bedrijfskunde steeg het aantal aanmeldingen met 24 procent.

Studiekeuze

Studiekeuze- en loopbaancoach Marianne Geersing verklaart dat het perspectief op een baan van groter belang is bij het kiezen van een studie. Door de economische crisis en diplomaschandalen zoals bij Inholland zijn ‘pretstudies’ minder populair, aldus Geersing.

Tot en met 2016 verwacht het Researchcentrum voor Opleiding en Arbeidsmarkt 155.000 technische vacatures op zowel mbo-, hbo- als universitair niveau. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Stichting Studiekeuze123 dat het startsalaris van bèta’s (2.400 tot 2.600 euro) beduidend hoger ligt dan het inkomen van een afgestudeerde cultuurwetenschapper (1.700 euro).

Baankans

Elsevier publiceerde in juni de resultaten van het onderzoek Studie & Werk 2013 van Elsevier en SEO Economisch Onderzoek. Daaruit blijkt dat studenten in techniek en exactie vakken het snelst werk vinden en de meeste kans op een vast contract en goed salaris hebben.

Afgestudeerden van de hbo-opleiding bedrijfseconomie en informatica doen het bijvoorbeeld relatief goed op de arbeidsmarkt evenals afgestudeerde academici in techniek en bèta.

De alfa’s hebben meer last van de grillen van de economie. Zo staan afgestudeerden in geschiedenis, taal, literatuur en culturele studies er ronduit slecht voor.