Media wereldwijd plaatsten vandaag cartoons van het Franse weekblad Charlie Hebdo. Maar het journalistieke boegbeeld The New York Times deed dat niet uit angst moslimlezers ‘te kwetsen’.
Er zijn maar weinig hoofdredacteuren die moesten nadenken of ze donderdag de spotprenten van Charlie Hebdo moesten plaatsen.
Sta achter je collega’s
Op het moment dat de vrijheid van meningsuiting met kalasjnikovs wordt aangevallen, is er maar één antwoord mogelijk: met overmacht achter je aangevallen collega’s staan, dachten de meesten.
En dus plaatsten media wereldwijd de spotprenten van het Franse weekblad die de moslimfundamentalisten zo kwaad hadden gemaakt. Door het niet te doen, geef je toe aan aan de terreur van onbeschaafden, oordeelden velen. We hebben in Europa niet al die jaren gevochten om de persvrijheid vervolgens op te geven voor een paar schietgrage moslimfanatici.
Kwetsend
Wie vandaag The New York Times, toch een boegbeeld voor de journalistiek, doorbladerde, kwam de spotprenten hoe dan ook niet tegen. ‘Executive editor’ Dean Baquet van de krant besloot, na ‘een halve dag’ wikken en wegen, de prenten niet af te drukken. In zijn eigen krant zegt hij daarover: ‘We moesten rekening houden met de gevoelens van onze lezers, en vooral met die van onze moslimlezers… We hebben een standaard die we al lang hoog in het vaandel hebben staan en waar we wel bij varen: er is verschil tussen satire en domme belediging. De meeste van deze prenten zijn domme beledigingen’.
Boos
De moslimlezers zijn misschien door de hoofdredacteur beschermd, de censuur is bij andere lezers heel slecht gevallen. De invloedrijke Amerikaanse journalist Jeff Jarvis schreef: ‘als je een krant van naam bent, als je het hoogste voorbeeld bent van Amerikaanse journalistiek, als je verwacht dat anderen jouw journalisten steunen wanneer zij worden bedreigd, wanneer je respect hebt voor een publiek dat zelf kan nadenken, steun dan verdomme Charlie Hebdo en informeer je publiek. Plaats die cartoons!’
Zelfs tot in Nederland werd er verbolgen gereageerd op de actie van de NYT. Adjunct-hoofdredacteur RTL Nieuws, Pieter Klein, zei op Twitter dat hij zijn abonnement op de krant gaat opzeggen. Website Politico benadrukt bovendien dat de Amerikaanse krant meerdere keren antisemitische prenten van Iraanse cartoonisten heeft afgedrukt. Is de NYT dan nu nog geloofwaardig?
Bijval
Er kwam ook bijval, en wel uit de pen van activist Glenn Greenwald. ‘Sinds wanneer moeten we vrijheid van meningsuiting verdedigen van iemand door ook zijn ideeën te publiceren en te omarmen,’ schreef de activist op Twitter.
Ook onder meer The Washington Post en The Associated Press lieten de cartoons vrijwel niet zien. Op nieuwszender CNN werden de cartoons onherkenbaar gemaakt.
De Vlaamse Raad voor de Journalistiek legt met een eenvoudig commentaar de journalistieke kern bloot: ‘Dat de cartoons en opinies van Charlie Hebdo omstreden waren of zijn doet niet ter zake, integendeel. De botsing van meningen, hoe scherp ook, is een wezenskenmerk van de persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en de democratie. En dat geldt ook – en niet in het minst – voor meningen die ‘kwetsen, shockeren of verontrusten.’