In deze tweede roman, gebaseerd op een herontdekt manuscript, maakt Lee een sprong twintig jaar vooruit in de tijd.
Romanhelden kunnen tijdens het lezen vrienden worden. Jammer dus dat hun levens ophouden zodra een roman eindigt. Hoe zouden ze zich verder ontwikkelen als het verhaal was doorgegaan?
Dat niet-weten soms beter is dan weten, toont Ga heen, zet een wachter van Harper Lee. De Amerikaanse is bekend van slechts één boek, Spaar de spotvogel (To Kill A Mockingbird, 1960), over de witte advocaat Atticus Finch, die in Maycomb een zwarte man verdedigt. Hij zou een blank meisje hebben verkracht. Finch wordt gezien als ‘nikkervriend’. Ook zijn kinderen, de negenjarige Scout en haar broer Jem, krijgen het zwaar.
Schokkend
In deze tweede roman, gebaseerd op een herontdekt manuscript dat is geschreven vóór Spaar de spotvogel, maakt Lee een sprong twintig jaar vooruit in de tijd. Scout woont in New York en keert terug voor familiebezoek. Het verteltempo is kalm, tot een zin over Jems vroege overlijden wakker schudt. Schokkend dat zijn dood slechts een rimpeling is in een verder nogal cerebraal verhaal.
De verrassing komt als Scout luistervinkt bij een bijeenkomst van Maycombs burgerraad, waar racistische taal klinkt. Atticus protesteert niet. De roman eindigt met een emotionele ruzie over rassen, die – blijkt uit recensies – hard aankomt in de Verenigde Staten, waar raciale spanningen een teer punt blijven.
Terwijl de lezer moet verwerken dat Atticus een schaduwkant heeft, beseft zijn dochter dat haar vader geen God is, maar een gewone man met de angsten en vooroordelen van zijn tijd.
Elsevier nummer 30, 25 juli 2015