Het streven naar politieke correctheid heeft tal van negatieve effecten. Toch is het goed om kritische geesten alle ruimte te gunnen uit te leggen dat als helden vereerde landgenoten inderdaad minder aantrekkelijke kanten hadden.
Het kan zijn dat Nederlandse acteurs zo weinig verdienen dat de verleiding van een lucratief optreden in commercials moeilijk te weerstaan is. Maar een reclameschnabbel wil nog weleens slecht uitpakken voor de geloofwaardigheid.
Frank Lammers bijvoorbeeld kent Nederland nu vooral als de wat sullige man die op tv wijst op de voordelige prijsgarantie van Jumbo.
Maar de acteur kan meer dan een supermarktketen aanprijzen. Lammers is nu in de bioscoop te zien in de titelrol van Michiel de Ruyter. Het spektakel is allesbehalve onopgemerkt in première gegaan. De publiciteit was niet louter positief. Eén punt van kritiek is dat de film een te rooskleurig beeld schetst van het doen en laten van de Nederlandse admiraal.
De Surinaamse programmamaker Guilly Koster zei in een filmpje in het tv-programma Vandaag de dag dat hij ernstige problemen had met de verheerlijking van de zeventiende-eeuwse beschermheer van de slavenhandel, die ‘bloed aan zijn klauwen’ had.
In de studio keek Lammers net zo ongemakkelijk als in de Jumbo-reclames. Hij vond het vermoedelijk allemaal gezeur.
Zwarte Piet
De houding van Lammers is begrijpelijk. Eerst hebben de vertegenwoordigers van een politiek-correct multiculturalisme ons mooie Sinterklaasfeest durven verstoren door te klagen over de rol van Zwarte Piet, en nu richten ze hun pijlen op een van de grote helden uit de vaderlandse geschiedenis. Zo maken ze alles kapot wat echte Nederlanders lief is.
Deze reactie is te simpel. Films zijn steeds belangrijker geworden voor onze kijk op de geschiedenis. Voor de meeste Nederlanders is Michiel Adriaenszoon de Ruyter niet meer dan een klinkende naam uit een ver verleden. Het aantal dat kan uitleggen wat de doortastende Zeeuw bewerkstelligde bij de Tocht naar Chatham, is bedroevend klein. Dus zal een groot deel van de bioscoopbezoekers komende weken het relaas in Michiel de Ruyter voor zoete koek slikken.
Wie dit relaas onjuist of op zijn minst eenzijdig vindt, heeft het volste recht dat op te merken. Dit kan nuttige tegenspraak stimuleren. Frank Lammers voelde zich verplicht om te memoreren dat De Ruyter een zwarte vriend had en goed overweg kon met mensen uit andere culturen. De zeeheld was betrokken bij slavenhandel, maar gedroeg zich relatief netjes. Hij kocht zelfs slaven vrij.
Taboe
Met de bloederige klauwen viel het dus mee. Het wijzen op schaduwzijden in de Nederlandse historie mag nooit taboe worden verklaard. Vier jaar geleden werd in de gemeente Hoorn licht geworpen op Jan Pieterszoon Coen door een verhitte discussie over een standbeeld van de VOC-generaal.
De leider van het verzet tegen dit eerbetoon – een allesbehalve linkse, blanke man van middelbare leeftijd – betoogde dat Coen een massamoordenaar was die in Indië gruwelijk had huisgehouden. Een feitelijk correct oordeel dat niet wordt ontkracht door de gemeenplaats dat (mis)daden in de context van hun tijd moeten worden bekeken.
Braafheid
Het streven naar politieke correctheid heeft tal van negatieve effecten. Het gaat gepaard met stuitende braafheid, stimuleert overdreven gevoelens van achterstelling en onderdrukking, leidt tot de onzinnige eis excuses aan te bieden voor het gedrag van verre voorvaderen en dreigt te inspireren tot een bewuste vertekening van de geschiedenis.
Zo hebben feministen geageerd tegen naakten van beroemde schilders (vrouwonvriendelijk!) en hebben ze de betekenis van bepaalde vrouwen in het verleden opgeblazen tot irreële proporties.
De krachtigste aanklacht tegen politieke correctheid is nog altijd The Culture of Complaint (1993) van Robert Hughes. In dit pamflet lanceerde de Australische kunstcriticus een aanval op huilerig slachtofferschap en op postmodern multiculturalisme waarin het pamperen van minderheden belangrijker wordt gevonden dan het zoeken naar de waarheid.
Het was allemaal mooi opgeschreven. Maar Hughes vergat te melden dat minderheden wel degelijk onrecht is gedaan. Onrecht dat geschiedschrijvers lang onderbelicht hebben gelaten. Niemand mag van makers van speelfilms verlangen dat zij de geschiedenis helemaal recht doen.
Toch is het goed om kritische geesten alle ruimte te gunnen uit te leggen dat als helden vereerde landgenoten inderdaad minder aantrekkelijke kanten hadden. Al was het maar om een leerzame discussie te stimuleren en zo ons historisch besef te vergroten