Nog voor ze goed en wel zijn ingevoerd, heeft het kabinet de woonplannen al weer aangepast. Dit was noodzakelijk omdat regeringspartijen VVD en PvdA in de Eerste kamer geen meerderheid nodig hebben.
Er was veel verzet tegen de plannen. Om ook in de senaat voldoende steun voor de veranderingen in het woonbeleid te hebben, sloot VVD-minister Stef Blok (Wonen) een akkoord met D66, ChristenUnie en SGP.
Dit zijn de praktische gevolgen van dat akkoord:
Kopen
Wie een nieuwe hypotheek afsluit, moet deze nog steeds binnen dertig jaar volledig en in jaarlijkse termijnen aflossen om in aanmerking te komen voor aftrek van hypotheekrente.
Het is mogelijk om daarnaast een tweede lening, zonder aftrek, af te sluiten, waarmee een deel van die verplichte aflossingen wordt betaald. Dit heeft twee gevolgen: de maandlasten zijn de eerste jaren lager (10 tot 20 procent), en aan het eind van de looptijd wordt er een schuld opgebouwd van de helft van de aanschafwaarde van het huis. Rente over die schuld is niet aftrekbaar.
Zo’n constructie is niet verplicht. Kopers die kiezen voor een annuïtaire hypotheek zonder tweede lening kunnen dat.
Starters kunnen onder voorwaarden in aanmerking komen voor startersleningen. Het kabinet heeft daar 30 miljoen euro extra voor uigetrokken.
Huren
De huren voor scheefwoners worden minder verhoogd.
– Huurders in een sociale huurwoning met een bruto jaarinkomen van 33.614 euro tot 43.000 euro krijgen een maximale huurverhoging van 2 procent bovenop de inflatie (circa 2,5 procent). Aanvankelijk zouden de huren voor deze groep 0,5 procentpunt meer stijgen
– Huurders in een sociale huurwoning met een bruto jaarinkomen van 43.000 euro of meer krijgen een maximale huurverhoging van 4 procent bovenop de inflatie. Aanvankelijk zouden de huren voor deze groep met 6,5 procent stijgen.
– Scheefwoners die met een huurverhoging worden geconfronteerd maar vervolgens minder inkomens hebben (bijvoorbeeld door verlies van werk of arbeidsongeschiktheid) krijgen huurverlaging.
– De maximale huur blijft gebaseerd op het zogeheten woningwaardestelsel, waarbij aan de hand van punten wordt bepaald hoeveel huur gevraagd mag worden. Dit geldt ook voor huurders die meer dan 43.000 euro bruto verdienen. In het regeerakkoord was dat systeem losgelaten.
De huurverhogingen zouden 1 juli 2013 moeten ingaan.
Verbouwen
Om de bouwbranche te steunen gaat de btw op verbouwingen en renovaties omlaag. De omzetbelasting bedraagt tot 1 maart nog 21 procent. Die dag gaat het tarief omlaag naar 6 procent. Het lage tarief blijft een jaar van kracht. Het geldt voor bestaande gebouwen (geen nieuwbouw).