Hoogopgeleide mannen tussen de 25 en 35 jaar zijn twee keer zo vaak werkloos als hoogopgeleide vrouwen van die leeftijd. Hoe kan dat?
De werkloosheid, nu 8,1 procent, raakt allang niet meer alleen de jongeren. Die vliegen er vanwege hun tijdelijke contracten vaak als eerste uit. Uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) half april bekendmaakte, blijkt dat de werkloosheid de afgelopen drie maanden het sterkst steeg bij 25 tot 45-jarigen – ook wel de ruggengraat van de beroepsbevolking genoemd.
In die leeftijdsgroep kwamen er per maand gemiddeld 11.000 werklozen bij. De werkloosheid onder 45-plussers steeg per maand met 8.000, onder jongeren tot 25 jaar 4.000.
Opleiding
Hoogopgeleiden (HBO en universitair geschoold) worden ook geraakt. De werkloosheid van deze groep steeg sinds 2008 van 2,6 naar 4,6 procent. Die stijging (van 76 procent) is sterker dan die van laagopgeleiden: Hun werkloosheid steeg van 6,1 naar 9,8 procent. Dat is een stijging van 60 procent.
Maar hoogopgeleiden (HBO- en universitair geschoold) zijn dus nog altijd twee keer minder vaak werkloos dan laagopgeleiden (tot hoogstens MBO-2 niveau).
Ook tussen leeftijdgroepen bestaan verschillen, zo blijkt uit deze tabel van het CBS. Zo is de werkloosheid onder hoogopgeleiden tussen de 25 en 35 jaar 4,6 procent, terwijl die bij 34-45-jarigen 3,4 procent is.
Sectoren
Opmerkelijk: mannen en vrouwen zijn in alle categorieën ongeveer even vaak werkloos. Maar niet in de categorie hoogopgeleid/ 25-35 jaar. Het werkloosheidspercentage van mannen is 7,1, dat van vrouwen 3,5. Hoe kan dat? Volgens een woordvoerder van het CBS kunnen sectoren een rol spelen.
Vrouwen werken vaker in de zorg (denk aan HBO-verpleegkundigen), en daar verdwijnen minder banen dan in bijvoorbeeld de industrie. Maar toch kan dit geen volledige verklaring zijn, zegt ook het CBS. Want in andere leeftijdscategorieën en bij andere opleidingsniveaus is het verschil tussen mannen en vrouwen niet zo groot.
Mogelijk speelt mee dat veel vrouwen kinderen krijgen tussen de 25 en 35. Zij besluiten mogelijk om dan maar even helemaal niet meer te werken. Omdat zij zich niet beschikbaar stellen op de arbeidsmarkt, tellen ze niet mee in de werkloosheidsstatistieken. Daarmee is sprake van verborgen werkloosheid. Het CBS vindt het te vroeg voor conclusies, maar houdt de trend in de gaten.