De lage hypotheekrentes zijn niet voor alle huiseigenaren een bespaarfeest: sommigen gaan er zelfs op achteruit.
De lage hypotheekrentes zijn voor de meeste huizenbezitters een zegen: ze betalen elk jaar duizenden euro’s minder als ze hun hypotheek af- of oversluiten. Maar voor wie een spaarhypotheek heeft, blijken ze vaak vooral een last.
De hypotheekrente is al langere tijd laag, en inmiddels ver onder de 3 procent gedoken. Huizenbezitters met een spaarhypotheek lopen daardoor tegen problemen aan. Niet alleen als ze hun hypotheek willen oversluiten, maar ook als de rentevaste periode afloopt.
Spaarhypotheken werden tot enkele jaren geleden verkocht als een manier om maximaal gebruik te maken van de hypotheekrenteaftrek. Het product beschermde huizenbezitters bovendien tegen hogere lasten als de rente stijgt.
Keerzijde
Nu komt ook de keerzijde van het product aan het licht: spaarhypotheken voorkomen ook dat de maandelijkse lasten draaglijker worden als de rente daalt.
Wie zo’n hypotheek heeft, betaalt niet alleen rente over de lening, maar stopt ook geld in een spaarpot om na dertig jaar de hypotheek mee te kunnen aflossen. Die spaarpot kan een kapitaalverzekering zijn, of een speciale spaarrekening bij de bank.
Dezelfde rente die huiseigenaren moeten betalen over hun hypotheek, krijgen ze ook over hun gespaarde geld. Wordt de hypotheekrente verlaagd (omdat de rentevaste periode afloopt of de huiseigenaar de hypotheek oversluit) dan daalt ook de spaarrente. Gevolg: de spaarpot groeit minder hard. Om toch het einddoel te halen, moet de inleg omhoog.
Fors inleggen
Voorbeeld: de familie Bakker. Twintig jaar geleden kochten ze voor 350.000 euro een huis. Ze willen de hypotheek over tien jaar aflossen met een spaarhypotheek. In hun huidige rentevaste periode, die binnenkort afloopt, betalen ze over dat bedrag elk jaar 5 procent rente. Dat kost ze elke maand, na hypotheekrenteaftrek (hoogste tarief), bijna 715 euro.
Om de hypotheek te kunnen aflossen, moeten ze daarnaast elke maand 421 euro sparen. Zo hebben ze de laatste twintig jaar 173.000 euro gespaard.
Nu hun rentevaste periode afloopt, doet de bank hun een nieuw aanbod: 3 procent rente. Dat lonkt, want vergeleken met het vorige tarief is de familie nu elke maand netto 286 euro minder kwijt aan rentelasten.
Ook de spaarrente gaat omlaag naar 3 procent. Om over tien jaar genoeg te hebben, moeten ze fors meer inleggen: elke maand geen 421 euro, maar 834 euro.
Mark de Rijke (42) van Welke Beheer, het moederbedrijf van De Hypotheekshop, adviseert huizenbezitters met een spaarhypotheek wier rentevaste periode afloopt, een nieuw contract af te sluiten met een zo lang mogelijke rentevaste periode.
De Rijke: ‘De rente is dan hoger, waardoor je niet onverwachts veel extra hoeft te sparen.’
Voordeel
Het probleem is minder ernstig bij huizenbezitters die relatief kort geleden een huis kochten. Stel dat de buren van de Bakkers, de Vissers, hún huis van eveneens 350.000 euro niet twintig, maar tien jaar geleden kochten.
Ook zij sloten een spaarhypotheek af tegen 5 procent rente. Hun maandlasten zijn ook netto 1.136 euro.
Na tien jaar hebben ze pas 65.000 euro bij elkaar gespaard. Daalt hun rente van 5 naar 3 procent, dan besparen ook zij 286 euro aan rentelasten, maar omdat hun spaargeld tien jaar langer kan renderen, hoeven ze elke maand maar 285 euro meer in te leggen. Voordeel per maand: 1 euro.
Natuurlijk zijn er mensen die wel voordeel hebben bij de lage rente. Zuur voor de Bakkers en de Vissers, als hun andere buurman met een annuïteitenhypotheek pocht dat hij elk jaar wel duizenden euro’s bespaart. Maar als de rente ooit weer stijgt, zal hij daarover ook als eerste klagen.
Schoorvoetend
Wie een spaarhypotheek heeft en toch op zijn maandlasten wil besparen, doet dat volgens De Rijke het beste door af te lossen. ‘Dan sla je twee vliegen in één klap: de rente die je elke maand moet betalen daalt, én je hoeft elke maand minder in te leggen in de spaarpot.’
Als de familie Bakker schoorvoetend de rente van 3 procent accepteert, maar 25.000 euro aflost, dan daalt de rente die ze jaarlijks schuldig zijn met 31 euro per maand en hun spaarpremie met liefst 179 euro per maand. Samen is dat 2.520 euro per jaar.