Voorbeelden van onzinnige subsidies

18 maart 2015Leestijd: 6 minuten
'HH/Reed'

Elk jaar deelt de overheid miljarden euro’s uit aan organisaties en bedrijven. Allemaal belastinggeld dat lang niet altijd zinvol wordt besteed. En de controle op al die geldstromen schiet ernstig tekort.

Duurzame sloop van windmolens; exploitant profiteerde van domme subsidieregel

Iedereen die zich inspant om windenergie op te wekken, krijgt daarvoor royale financiële steun van de overheid. Zo heeft de overheid in totaal 229 miljoen euro beschikbaar voor het in 2011 geopende Prinses Alexia windmolenpark bij Zeewolde, met 36 turbines het grootste windmolenpark op land.

Hoe pervers subsidies kunnen werken, bleek eind vorig jaar. Toen maakte de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines bekend dat windmoleneigenaren hun windmolens, die technisch nog jaren zouden meekunnen, vervingen voor nieuwe exemplaren. De reden: zo konden ze opnieuw, of in sommige gevallen zelfs extra, subsidie opstrijken. De oude windmolens zouden namelijk gezien hun leeftijd (10 tot 15 jaar) niet meer in aanmerking komen voor groenestroomsubsidie. Wie een nieuwe molen aanschafte, kon aanspraak maken op een andere regeling. Eind 2014 waren er bij het ministerie van Economische Zaken in totaal 94 aanvragen ingediend voor een nieuwe vergunning.

Hoezo duurzaam? De zaak leidde ook in de Tweede Kamer tot verontwaardiging. ‘Je kunt een hond niet kwalijk nemen dat hij worst lust,’ reageerde een exploitant van windmolens in de media. Het ministerie van Economische Zaken heeft de regeling inmiddels zo aangepast dat het financieel niet meer aantrekkelijk is om een oudere windmolen te vervangen door precies eenzelfde exemplaar.

Open deuren intrappen in Peru; pensionado’s adviseren in ontwikkelingslanden

Zo’n veertig keer per week vliegt een oudere – veelal gepensioneerde – Nederlandse manager of ondernemer op kosten van de Nederlandse gemeenschap de wereld over om een mkb-bedrijf in een ontwikkelingsland of een opkomende economie op vrijwillige basis te adviseren hoe het succesvoller kan worden.

Zo’n vrijwilliger wordt uitgezonden door de Nederlandse non-profitorganisatie PUM Netherlands senior experts. Die wordt vrijwel volledig gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Jaarlijkse donatie: 10,6 miljoen euro. PUM regelt en betaalt de reis (bij vluchten van langer dan 12 uur mag dat in de business class), en geeft de vrijwilligers – PUM noemt ze ‘experts’ – een onkostenvergoeding.

Deze ‘directe uitzendkosten’ bedroegen vorig jaar 5 miljoen euro, staat in het jaarverslag. 2 miljoen euro ging op aan ‘overhead’, zoals huisvesting en de salarissen van de vijftig medewerkers op het kantoor in Den Haag. De beloning van directeur Thijs van Praag bedroeg 139.000 euro bruto.

Met het subsidiegeld werd bijvoorbeeld een oud-journalist vorig jaar tien dagen naar een commercieel radiostation in de West-Oekraïense stad Rivne gestuurd. Dat had het moeilijk door teruglopende reclame-inkomsten. ‘Ik heb geen verstand van commercie, maar ik kan radio wel aantrekkelijker maken,’ zei hij later tegen RTV Drenthe. De man, die zijn verblijf ‘prachtig en heel gezellig’ noemde, had geadviseerd de jingles aan te passen en de nieuwsbulletins in te korten. ‘Want die klonken als in de jaren vijftig.’ Hij dacht dat zijn bezoek nuttig was geweest: ‘De zender is nu herkenbaarder en onderscheidt zich meer.’

Een touroperator in Peru die kampte met veel concurrentie, vroeg PUM hoe hij zich kon onderscheiden, zo staat op de site van PUM. De uitgezonden expert adviseerde, na een verblijf van twee weken, om niet alleen op rugzaktoeristen te focussen, maar ook op koopkrachtiger toeristen. Ook adviseerde hij alleen personeel aan te nemen dat Engels beheerst om de communicatie met toeristen te vergemakkelijken. Een andere tip was om het personeel T-shirts te laten dragen met het logo van de touroperator om herkenbaarder te zijn.

‘We komen situaties tegen waarbij je denkt: had je dat niet zelf kunnen bedenken,’ erkent Karin Jensma (42), hoofd marketing en communicatie bij PUM. ‘Maar voor veel bedrijven is dat kennelijk toch lastig.’ De missies, zoals PUM de uitzendingen noemt, zijn volgens haar zinvol. ‘Het past in het aid for trade-beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Hiermee kun je Nederland internationaal op de kaart zetten. En bedrijven die hulp van PUM kregen, doen het qua omzet beter dan andere bedrijven in de sector.’ Dat staat ook in een evaluatie over de periode 2006-2009 in opdracht van het ministerie uit 2011.

Overigens distantieerde de begeleidingscommissie zich in een bijlage van het rapport van deze conclusie, omdat de gekozen onderzoeksmethode volgens haar ‘op geen enkele wijze een bewijs levert voor de effectiviteit van het PUM-programma’. De onderzoekers stelden zelf overigens dat het hooguit ‘een indicatie is dat PUM een positieve bijdrage levert aan de levensvatbaarheid van een bedrijf.

Slechts zeer zelden kan het volledig effect aan de PUM-expert worden toegeschreven.’ Ook stelden de onderzoekers dat eenderde van de ‘klanten’ van mening was dat ‘het probleem ook anders, bijvoorbeeld door inzet van eigen middelen, zou zijn opgelost’.

Het toverwoord is innovatie; Rijke bedrijven ontvangen miljoenen

Wat hebben de containerbegrippen ‘innovatie’ en ‘duurzaamheid’ met elkaar gemeen? Het zijn toverwoorden voor wie aast op subsidie. De overheid is dol op alles wat ermee te maken heeft, gezien het vele subsidiegeld dat ernaartoe gaat.

Neem innovatie. Het is een speerpunt van de overheid. Die meent dat het bedrijven geld moet geven omdat ze anders niet zullen innoveren. In 2013 heeft alleen al de rijksoverheid voor 3,2 miljard euro uitgegeven aan het stimuleren van vernieuwing, via directe subsidies en fiscale faciliteiten. Maar een kwart van al het geld gaat volgens de Algemene Rekenkamer naar de negen ‘topsectoren’ (waaronder energie, logistiek en chemie).

Het idee voor het instellen van een subsidiepot voor deze sectoren kwam overigens bij de topsectoren zelf vandaan. Dat zijn bedrijven die de weg naar de subsidiepotten toch al goed weten te vinden.De rest kwam bij bedrijven terecht via fiscale instrumenten, waarvan alle bedrijven gebruik kunnen maken, zoals de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de Research en Developmentaftrek (RDA).

Zo gaan er jaarlijks vele miljoenen euro’s naar rijke concerns, zoals Philips en chipmachinebouwer ASML. Bedrijven die hun researchinspanningen ook wel op peil zouden houden als de overheid de subsidiekraan een beetje zou dichtdraaien. Hoogleraar economie Sweder van Wijnbergen noemt daarom de meeste innovatiesubsidies ‘nutteloos’.

Ook gemeenten delen geld uit; tip: grasduin in lokale subsidieregisters

Nieuwsgierigen die eens wat anders willen dan LinkedIn-profielen bekijken, of huizen van buurtgenoten op Funda, kunnen hun hart ophalen aan het openbare subsidieregister van hun gemeente. Sinds de Bredase D66-fractievoorzitter Paul de Beer eind 2011 met een motie voor elkaar kreeg dat zijn stad voortaan alle gemeentelijke subsidies online zet, volgden al ruim zeventig gemeenten dit voorbeeld.

De openbare registers geven vrij gedetailleerd aan wie wat krijgt van de gemeente. Landelijk gaat het om vele honderden miljoenen euro’s per jaar. Amstelveen gaf in 2014 Vereniging De Regenboog 500 euro om verstandelijk gehandicapten te laten stijldansen. De stichting Kledingbank Amstelland kreeg ruim 12.000 euro om armlastige bewoners ‘te ondersteunen met kledinginzameling’. In Groningen kreeg de stichting Nidos dit jaar 1.360 euro voor ‘twee voorlichtingsbijeenkomsten voor allochtone Afrikanen’ in 2015.

Utrecht geeft subsidieaanvragers Kok en Bastiaans in maart 2015 ieder 400 euro uit de pot ‘Politiekeurmerk Veilig Wonen’. Wat dat inhoudt, blijkt elders op de site van de gemeente. Wie zijn huis laat beveiligen tegen inbraak, krijgt eenderde van de kosten (tot 400 euro maximaal) terug van de gemeente. Hierbij geldt overigens wie het eerst komt, die het eerst maalt. De hoogte van toegekende subsidies loopt sterk uiteen, van 828 euro voor Fluitkoor Tutti Flutti tot 8 miljoen voor muziekpaleis Tivoli-Vredenburg.

Sommige subsidieregelingen zijn voor gewone burgers niet te begrijpen. De Stichting Japanse en Koreaanse Krijgskunsten krijgt van Utrecht ruim 86.000 euro in het kader van de regeling ‘Brede Impuls Combinatiefunctie’. Navraag bij de gemeente leert dat hiervan twee jaar een ‘combinatiefunctionaris’ wordt ingehuurd die op scholen en judoscholen judoles gaat geven met als doel sportstimulering voor kinderen, aldus een woordvoerder.

Dordrecht geeft al bijna twintig jaar geld (vorig jaar 25.000 euro) aan de Stichting Bamenda, ter ondersteuning van het onderhouden van een ‘stedenband’ (een hobby van veel gemeenten) met Bamenda, een stad in Kameroen. De stichting wil dat inwoners van Dordrecht en Bemanda ‘samen dingen gaan doen’, schrijft ze op haar site. Doel is ‘meer begrip in elkaars leefwijze. Zo kunnen Dordtenaren hun blik op de wereld verruimen’.

Uit het subsidieregister in Utrecht blijkt ook dat er rond subsidies een enorm bureaucratisch circus bestaat. Tal van inwoners krijgen geld, tot 2.500 euro per persoon, via de regeling Sloop vervuilende auto’s. Utrecht wil de luchtkwaliteit verbeteren en geeft geld als iemand zijn oude auto laat slopen. Daar blijft het niet bij.

Op de website van de gemeente staat dat deze mensen ook subsidie kunnen krijgen voor de aanschaf van een nieuwe auto. Daarnaast is er 500 euro extra subsidie voor degenen die in de ‘milieuzone’ wonen én een heel oude dieselauto, van voor 2001, bezitten. En oh ja, ‘snelle beslissers’ krijgen extra geld: afhankelijk van de datum van aanvraag 250, 150 of 100 euro.