De Raad van Commissarissen van ABN AMRO heeft de ‘gevoelens in de samenleving’ over de omstreden salarisverhogingen voor de top van de bank onderschat. De raad begrijpt de commotie die is ontstaan.
Dit zei de voorzitter van de raad Rik van Slingelandt dinsdag in de Tweede Kamer.
Capabele mensen
Van Slingelandt zegt te begrijpen dat de beloning van bankiers ‘een gevoelig punt’ is. De voorzitter benadrukte dat de bank ‘capabele mensen’ nodig heeft en dat die goed betaald moeten worden, vooral met het oog op concurrentie met andere banken.
‘Ook ik vind zes of zeven ton grote bedragen, maar we hebben een positie te verdedigen op de arbeidsmarkt en goed werkgeverschap te tonen,’ aldus Van Singelandt. Volgens de voorzitter zijn bij die afweging de te verwachten gevoelens in de samenleving ‘onderbelicht gebleven ten opzichte van de andere factoren’.
https://twitter.com/ElsevierDenHaag/status/585533879043420163
Wel zei Van Slingelandt dat hij de salarisverhoging een juiste beslissing vond en dat de raad van ABN AMRO niet ‘amoreel’ is. Ook schoot hij minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën te hulp. Volgens Van Slingelandt had Dijsselbloem in eerdere gesprekken ‘luid en duidelijk en heel nadrukkelijk’ gezegd dat hij de salarisverhogingen onverstandig vond, al waren ze wel juridisch correct.
125.000 euro
Volgens Van Slingelandt hebben de zes leden van de raad van bestuur hun salarisverhoging inmiddels teruggestort, naar aanleiding van de ontstane ophef. De terugbetaling omvat de twaalf maanden van vorig jaar en de eerste drie maanden van dit jaar, wat in totaal neerkomt op zo’n 125.000 euro.
Het is nog onzeker wanneer ABN AMRO precies een beursgang gaat maken. Minister Dijsselbloem stelde deze vorige week uit naar aanleiding van de commotie over de salarisverhogingen. De minister zei dinsdag ernaar te streven de bank dit jaar nog naar de beurs te laten gaan.