Het percentage Polen in Nederland dat werkt, blijft met 81 procent onveranderd hoog. Dat percentage is aanzienlijk hoger dan onder Bulgaren, waar 58 procent van de mannen werk heeft in Nederland. Bulgaren zijn ook minder tevreden over hun leven in Nederland.
Dit staat beschreven in het onderzoek Langer in Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De ontwikkelingen in de leefsituatie van migranten uit Polen en Bulgarije werden door het SCP onderzocht. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek.
1. Werk
Zoals gezegd, is er nogal een verschil in het percentage Polen in Nederland dat werk heeft ten opzichte van de Bulgaren. Het SCP onderzocht de groep al eind 2010. Toen had ook al 81 procent van de Polen werk.
Onder Bulgaarse mannen is dat percentage toegenomen van 44 naar 58 procent. Bulgaarse vrouwen werken een stuk minder: 22 procent van hen heeft werk. Bovendien werken Bulgaren vaker in laaggeschoolde banen.
2. Tevredenheid
Vlak na hun komst in Nederland waren Bulgaren positiever over hun leven hier, dan nu. Onder Bulgaren daalde de tevredenheid van 71 naar 45 procent. In tegenstelling tot de Polen. Zij zijn met 81 procent nog steeds positief over hun leven in Nederland.
Dit is ook onder hoogopgeleiden het geval, terwijl zij beter op de arbeidsmarkt presteren dan laagopgeleiden. Na langer verblijf daalt hun tevredenheid over het verblijf in Nederland sterker dan onder laagopgeleiden Polen en Bulgaren.
3. Discriminatie
Steeds meer Polen en Bulgaren voelen zich gediscrimineerd in Nederland. Onder Polen steeg dat percentage van 39 naar 49 procent, en onder Bulgaren van 17 naar 66 procent.
Het SCP verwacht dat Poolse en Bulgaarse migranten door hun langere verblijf in Nederland meer meekrijgen over de berichtgeving over Midden- en Oost-Europeanen. Ook zouden zij meer negatieve ervaringen hebben opgedaan in Nederland.
4. Blijven of vertrekken?
Van de Polen verwacht ongeveer de helft in Nederland te blijven, en van de Bulgaren is dat aantal toegenomen van ongeveer eenderde naar de helft. Na lang verblijf in Nederland neemt de interesse in Nederlandse politiek toe en sturen Bulgaren minder vaak geld naar het land van herkomst.
Degenen die zijn vertrokken sinds het onderzoek eind 2010, zijn vooral mannen en arbeidsmigranten. Gezinnen gaan minder vaak terug. Ook zijn hogeropgeleide Polen en Bulgaren vaker vertrokken dan laagopgeleiden. Een deel van de Bulgaren kwam hier om te studeren, daarvan is inmiddels ruim eenderde teruggegaan naar Bulgarije.
5. Taal
Het SCP ziet ‘duidelijke vooruitgang‘ in de beheersing van de Nederlandse taal. ‘Taalcursussen lijken lonend te zijn voor de Bulgaren en Polen,’ concluderen de onderzoekers.