Wie veel spaargeld heeft, wordt hard geraakt door de lage rente. Steeds meer mensen gaan daarom beleggen. Hoe pakt u dat aan? En hoe voorkomt u dat u het schip ingaat?
Niet meer dan 20 procent van de Nederlanders belegt, 60 procent heeft nog steeds al zijn vermogen op een spaarrekening staan. Het gaat daarbij om ruim 350 miljard euro. Aan rente levert al dat geld nog maar 3 miljard euro per jaar op. Want inmiddels is de rente op spaarrekeningen tot onder de 1 procent gedaald.
Spaarders zijn het slachtoffer van de Europese Centrale Bank (ECB), die met haar lage rente alle commerciële rentetarieven omlaagdrukt. Wie niet uitkijkt, ziet zijn vermogen verdampen. Want niet alleen de spaarrente is laag. De fiscus roomt het spaargeld vakkundig af. Jaarlijks heft hij 1,2 procent belasting, behoudens een vrijstelling van 21.330 euro.
Geen wonder dat honderdduizenden Nederlanders een alternatief zoeken en de risico’s van beleggen op de koop toenemen. Een enquête van bureau MeMo2, in opdracht van bank Knab, leert dat 11 procent van de Nederlanders overweegt voor het eerst te gaan beleggen.
Dat is spectaculair, maar dat beleggen niet zonder risico’s is, bleek onlangs maar weer, toen de AEX na maanden stijgen in enkele weken tijd meer dan 5 procent verloor. Elsevier geeft zeven tips voor spaarders die overwegen om te gaan beleggen.
1. Vermogen opbouwen? Stop met sparen
‘Beleggen is niks voor mij.’ Hoe vaak hoor je het niet op verjaardagsfeestjes? ‘Beleggen is alleen voor mensen die de beurs begrijpen.’ Allemaal verstandige Nederlanders die zeggen dat ze liever sparen omdat het veiliger is. Vaak hebben ze hun ouders een vermogen zien opbouwen door ijverig te sparen.
Maar dan wel in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen de inflatie extreem laag was en de spaarrente opliep tot bijna 10 procent per jaar. De inleg verdubbelde zo ruimschoots binnen een decennium.
Tegenwoordig bepaalt president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank het monetair beleid. De langetermijnrente beweegt daardoor in Duitsland en Nederland in de richting van 0 procent. Spaarrentes bij grote banken daalden in april onder de psychologisch belangrijke grens van 1 procent.
De afgelopen honderd jaar haalden beleggers in aandelen een gemiddeld rendement van ongeveer 6 procent per jaar. Spaarders haalden dit bij lange na niet. Beleggen levert over een langere periode vrijwel zeker veel meer op dan sparen.
2. Wacht niet met instappen
Is het nu wel het juiste moment om te beginnen? Kan ik niet beter even afwachten?’ Dit zijn vaak gestelde vragen van spaarders die willen beleggen. Het probleem is dat niemand met grote zekerheid kan zeggen of aandelen nu goedkoop of duur zijn. De beurskoersen liepen de laatste weken klappen op.
Maar dat betekent niet dat het nu een slecht moment is om in te stappen.
Beleggingsstrateeg Valentijn van Nieuwenhuizen van NN Group Investment Management meent dat Europese aandelen op dit moment zeer aantrekkelijk zijn geprijsd. Maar hoe goedkoop zijn aandelen nu? Het hangt maar net af van je maatstaf.
Financiële bestuurders van grote ondernemingen kijken het liefst naar de zogeheten risicopremie op aandelen. Dat is het verschil tussen het verwachte rendement op aandelen en het rendement op staatsobligaties.
Analisten kijken liever hoeveel de koersen zijn gestegen sinds het laatste hoogtepunt (9 oktober 2007) en sinds het laatste dieptepunt (9 maart 2009). Wat blijkt? Europese aandelen zijn volgens berekeningen van de zakenbank J.P. Morgan sinds maart 2009 gemiddeld 168 procent in waarde gestegen. Ten opzichte van de vorige piek in 2007 zijn ze 25 procent duurder. Je zou hieruit kunnen concluderen dat het wel erg hard omhoog is gegaan.
3. Leg elke maand een vast bedrag in
Eigenlijk doen beleggers er beter aan helemaal niet te proberen om analyses van beleggingsexperts te doorgronden. Het optimale moment om in de aandelenmarkt te stappen of juist beleggingen te verkopen, vindt u toch niet.
Onervaren beleggers kunnen beter per maand of kwartaal een vast bedrag beleggen, net zoals ze nu ook elke maand geld op hun spaarrekening inleggen. Dan middelen ze dure en goedkope aankopen automatisch.
Risico’s zijn er uiteraard, maar die zijn er altijd. De belangrijkste op dit moment zijn volgens economen van vermogensbeheerders van geopolitieke aard (het conflict in Oekraïne). Ze noemen verder het mogelijk mislukken van het beleid van de ECB. Dat zou kunnen leiden tot het beruchte ‘Japan-scenario’, met aanhoudende prijsdalingen en economische stagnatie.
4. Beleg in passieve fondsen
Meer dan de helft van alle Nederlanders (55 procent) meent dat beleggen alleen is weggelegd voor mensen die de beurs ‘begrijpen’, zo blijkt uit eerder genoemde enquête van onderzoeksbureau MeMo². Heb je te weinig kennis, dan zul je altijd slechtere beleggingsresultaten halen dan de goed geïnformeerde beleggers.
Het klinkt allebei heel plausibel, maar het is onzin. Professionele beleggers die langer dan tien jaar consequent betere resultaten boeken dan de markt als geheel, zijn er eigenlijk niet, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.
Europese beleggers hadden eind 2014 ruim 3.900 miljard euro aan actieve managers toevertrouwd. Ruim 700 miljard euro staken Europese beleggers in zogeheten passieve beleggingsfondsen, die een bepaalde index, bijvoorbeeld de AEX, volgen.
Ook in de Verenigde Staten hebben beleggers nog veel meer geld – omgerekend ruim 7.000 miljard euro – in actieve fondsen gestoken, maar de passieve fondsen – eind 2014 goed voor ruim 3.300 miljard euro – groeien de laatste jaren veel harder dan de actieve.
In Amerika is zelfs een revolutie gaande. In 2014 staken beleggers daar 99 procent van de nieuwe inleg in passieve fondsen, zo blijkt uit recent onderzoek van Morningstar.
Zo ver is de Europese belegger nog niet. In 2014 stroomde in Europa circa 212 miljard euro nieuw geld in beleggingsfondsen: 38 procent van het nieuwe geld ging naar actieve fondsen, 62 procent naar passieve fondsen.
Ook in Nederland is passief beleggen de belangrijkste trend. Volgens vermogensbeheerder en beleggingsadviseur Indexus zijn er wereldwijd ruim vijfduizend exchange traded funds (ook wel trackers genoemd) op de markt.
Duco Frie, hoofd vermogensbeheer bij Indexus, houdt een vrij toegankelijke database bij waarin alle beschikbare trackers zijn opgenomen. Bovendien adviseert hij beleggers bij het opbouwen van een portefeuille met trackers.
Ruim tweederde vond dat er veel te veel beleggingsfondsen zijn. ‘Minimaal tweederde van de fondsen heeft geen bestaansrecht, wat betreft rendement en kosten,’ zo lichtte een van hen toe.
5. Spreid risico’s
Trackers hebben niet alleen een kostenvoordeel, maar ook de mogelijkheid om een goed gespreide beleggingsportefeuille op te bouwen. Zonder voldoende spreiding wordt bijna elke beleggingsportefeuille een fiasco. ‘Spreiding moet de hoeksteen van je beleggingsstrategie zijn,’ zo luidt de befaamde uitspraak van de gevierde Amerikaanse belegger John Templeton.
Beginnende beleggers hebben de neiging om hun aandelenbeleggingen te concentreren in sectoren die zij zelf veelbelovend achten.
Op dit moment is biotechnologie de sector die veel particuliere beleggers lokt. Maar het is voor buitenstaanders onmogelijk te voorspellen welke biotechnologiebedrijven aan de vooravond van een grote doorbraak staan.
Uitsluitend beleggen in een bepaalde, veelbelovende sector is een beproefd recept voor teleurstellingen. Ook geografische spreiding is van belang.
6. Kies een doel: pensioen of vermogensgroei
Beleggers moeten zich afvragen: wat is het doel van mijn beleggingen? Een pensioeninkomen voor later? Dan is voorzichtiger beleggen verstandig om te voorkomen dat je grote verliezen lijdt. Gaat het om vermogen opbouwen, en is het pensioen bij wijze van spreken al veiliggesteld? Dan is offensiever beleggen een optie.
7. Beleg alleen geld dat u niet nodig hebt
Vervolgens moet een belegger zich afvragen hoelang hij het geld kan missen. Beleg nooit met geld dat u straks nodig hebt voor de studie van uw kinderen.
Uw beleggingshorizon zal minimaal 8 tot 10 jaar moeten zijn, maar liever 15 tot 20 jaar of nog langer. Hoe langer de beleggingshorizon, hoe meer risico u kunt nemen door meer in aandelen te beleggen, omdat u dan voldoende tijd hebt om te herstellen van koersdalingen die onvermijdelijk ook voorkomen.
Hoeveel risico een belegger aankan, is niet alleen afhankelijk van zijn financiële positie, maar ook van zijn persoonlijke bereidheid om risico’s te nemen. Een geslaagde ondernemer van 40 jaar zal meer risico durven nemen dan een 55-jarige zzp’er zonder enige pensioenvoorziening.
Waar vindt u informatie over beleggen?
> Bij Aegon kunnen beginnende beleggers op een eenvoudige, verantwoorde manier kennismaken met beleggen. Je kunt al vanaf €10,- profiteren van de kennis van de beleggingsexperts van Aegon. Meer info via aegon.nl/beleggen.
> Laagdrempelig beginnen kan ook met Robeco One. Minimale inleg is 50 euro per maand. De inleg kunt u aanpassen wanneer u wilt. De jaarlijkse beheerskosten zijn fors: 1,41 procent. Kijk op Robeco.nl.
> De bank Knab won in 2014 een prijs voor een nieuw beleggingsconcept: Knab Gemaksbeleggen. Starters kunnen beginnen met een inleg van minimaal 100 euro per maand. Meer informatie via Knab.nl.
> De vertrouwde Rabobank heeft ook een nieuw beleggingsconcept gelanceerd: Rabo RendeMix, waarmee u toegang krijgt tot de expertise van ’s werelds grootste vermogensbeheerder BlackRock. Te vinden op Rabobank.nl. Ook de andere grote banken bieden beleggingsdiensten aan. Te vinden op ing.nl en abnamro.nl.
> Prestaties van beleggingsfondsen vergelijken, doet u via Morningstar.nl.
> Een goedkoop alternatief voor dure beleggingsfondsen is de opbouw van een portefeuille trackers, met hulp van vermogensbeheerder Indexus.nl.
> Wilt u checken of een aanbieder van beleggingsfondsen of -diensten betrouwbaar is? Dat kan bij de Autoriteit Financiële Markten op de website Afm.nl.
> Een snelle oriëntatie in de beleggingswereld biedt het boek De beleggingsillusie van Marius Kerdel en Jolmer Schukken. Het beste, diepgravende boek over beleggen is nog altijd het standaardwerk van Burton Malkiel, A Random Walk Down Wall Street.
> Actuele beursinformatie vindt u op Beleggen.nl, Beurs.nl of Iex.nl. Professionals lezen gerespecteerde marktanalyses op de nieuwssite Bloomberg.com.
> Ambitieuze beleggers die op zoek zijn naar scherpe analyses en prognoses, verslinden de brieven die superbelegger Warren Buffett jaarlijks stuurt aan zijn aandeelhouders. Die zijn te vinden op Berkshirehathaway.com. Kijk ook op Beleggersbelangen.nl.
> Teleurgestelde en gedupeerde beleggers gaan meestal als eerste naar veb.net, de website van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Die komt op voor de belangen van (teleurgestelde) beleggers.
Maak geen beginnersfout
Wachten op een goed moment
Er gaat geen bel als de aandelenkoersen een dieptepunt bereiken, zoals in maart 2009. Evenmin is er iemand die waarschuwt wanneer de koersen hun top bereiken. Het juiste in- of uitstapmoment kan niemand timen. Er is geen reden om beginnen met beleggen vandaag uit te stellen, omdat het even te riskant is.
Te dure beheerders
Hoge beleggingskosten gaan altijd ten koste van het rendement. Dure vermogensbeheerders zijn lang niet altijd de best presterende. Presteren ze wel goed, dan hebben ze vaak grote risico’s genomen. Loopt het goed af, dan steken ze via prestatie-afhankelijke beloningsstructuren een deel van de winst in eigen zak. Gaat het mis, dan is de strop voor u.
Inspelen op trends
De neiging om in te spelen op nieuwe, veelbelovende trends is moeilijk te weerstaan. Trends zijn vaak lastig te onderscheiden van hypes. Als beleggers massaal inspelen op een nieuwe trend, dan wordt die vanzelf een hype.
Veel of weinig risico’s
Wie jong begint en geduldig periodiek belegt, heeft een lange beleggingshorizon. Hij kan het zich daarom permitteren om veel meer risico te nemen dan een bijvoorbeeld 55-plusser die vervroegd met pensioen wil.
Te weinig spreiden
Beleggers die op basis van vermeende eigen deskundigheid zelf aandelen selecteren, krijgen vrijwel altijd teleurstellingen te verwerken.
Beleggen met geleend geld
In heel veel ingewikkelde beleggingsproducten zit een zogeheten hefboom: u belegt gedeeltelijk met geleend geld. De risico’s zijn groot en bovendien onoverzichtelijk.
Elsevier nummer 20, 16 mei 2015