PvdA-staatssecretaris Wilma Mansveld van verkeer brengt het Nederlands bedrijfsleven grote schade toe met haar pogingen de KLM te beschermen tegen concurrenten uit het Midden-Oosten.
Dat zegt de topman van Qatar Airways, Mr. Akbar Al Baker, in een gesprek met elsevier.nl. Zijn vliegmaatschappij opent half juni een vrijwel dagelijkse verbinding tussen Doha (Qatar) en Schiphol. Het service niveau ligt boven dat van KLM – ook in de toeristenklasse is er gratis champagne – en de ticketprijzen liggen in ieder geval in het begin stukken lager.
Oneerlijke concurrentie
Mansveld liet vorige week weten dat zij niet zal toestaan dat Qatar Airways op Schiphol verder zal uitbreiden. Ook gooit ze een slot op de vliegfrequenties van Emirates vanuit Dubai en Etihad vanuit Abu Dhabi. Volgens Mansveld moeten deze zogenoemde Gulfairlines eerst aantonen dat zij geen overheidssteun ontvangen en dat zij KLM geen oneerlijke concurrentie berokkenen.
Al Baker verwerpt alle aantijgingen van oneerlijke concurrentie: ‘Wij ontvangen geen subsidie. Berichten daarover zijn nonsense. We krijgen ook geen goedkope kerosine. De regering van Qatar steekt geld in mijn bedrijf door aandelen te kopen. Dat heeft de Nederlandse staat ook altijd voor KLM gedaan.’
Vergelding
Al Baker zegt dat Qatar geen vergeldingsmaatregelen zal nemen tegen Nederland door KLM landingsrechten te onthouden. Maar hij voegt daar dreigend aan toe: ‘Internationale business is twee richtingen verkeer. Indien Nederland maatregelen tegen Qatar onderneemt, zal dat gevolgen hebben voor Nederlandse aannemers die willen profiteren van de 150 miljard aan infrastructurele werken in Qatar. Ik wijs er ook op dat Shell nergens grotere investeringen heeft gedaan dan in Qatar.’
De baas van Qatar Airways zegt erop te vertrouwen dat Nederlandse bedrijven staatssecretaris Mansveld zullen overtuigen van de onjuistheid van haar protectionistische stap: ‘ zij handelt vanuit de instructies van Air France (de moedermaatschappij van KLM). Zij zal op den duur in de gaten krijgen dat de belangen van het Nederlands bedrijfsleven veel groter zijn.’