Geen van de 155 pensioenfondsen in Nederland hoeft zijn pensioenen volgend jaar te verlagen. Ook gaan in de meeste gevallen de premies niet omhoog.
Dat heeft de Nederlandsche Bank (DNB) dinsdag bekendgemaakt.
Herstelplan
De toezichthouder doet die uitspraak op basis van een beoordeling van de herstelplannen van de pensioenfondsen. En die plannen zien er goed uit, meent de DNB.
Een kleine 20 procent van de fondsen kan de pensioenen volgend jaar zelfs weer een beetje gaan verhogen. Dit is goed voor gepensioneerden die door de economische malaise mogelijk nog meer van hun AOW zouden moeten inleveren.
Meer tijd
Twee derde van de pensioenfondsen in Nederland moest afgelopen zomer een herstelplan inleveren bij de DNB. In dat plan moesten de fondsen laten zien hoe ze hun dekkingsgraad gaan herstellen.
Alle fondsen, op één na, slaagden voor de test. Dit hebben zij voor een groot deel te danken aan het versoepelen van de regels. De fondsen mogen hun tekorten dit jaar over twaalf jaar uitsmeren. In het verleden moest de dekkingsgraad binnen drie jaar op orde zijn. Eén fonds moet nog wel een nieuw, beter onderbouwd herstelplan indienen.
Hoog rendement
Uit de herstelplannen blijkt dat de pensioenfondsen verwachten dat ze, ondanks de vergrijzing, de komende jaren weer financieel gezond raken. Eén van de manieren om meer geld in het laatje te brengen, is door het verhogen van de premies. Maar dit lijkt niet of in mindere mate nodig te zijn aangezien de prognoses over de verwachte rendementen rooskleurig zijn. Gemiddeld gaan de pensioenfondsen uit van een rendement van 4,7 procent.
Hierin zit hem gelijk het gevaar van de rooskleurige voorspellingen. Een aantal fondsen verwacht de komende jaren een maximaal rendement te halen. Een nieuwe malaise op de financiële markten kan flink roet in het eten gooien. Als de fondsen er niet in slagen deze rendementen te behalen, zal de schade wederom voor rekening van de gepensioneerde zijn.