Politici moeten niet beslissen over pensioenpremies

''

Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) broedt op een plan om pensioenfondsen te dwingen de premies te verlagen als de pensioenopbouw vanaf 2015 wordt verlaagd. Pensioenfondsen wettelijk dwingen de pensioenpremies te verlagen, is echter geen goed idee

Met dit plan hoopt Dijsselbloem steun te krijgen van de oppositie om de fiscaal gefaciliteerde pensioenopbouw sterk te verlagen: tot maximaal 1,75 procent van het salaris per jaar.

De oppositie eiste eerder dit jaar in de Eerste Kamer dat de premies omlaag moeten als de pensioenopbouw wordt versoberd.

Herstel van buffers

Dit klinkt logisch. Minder pensioen opbouwen zou in principe moeten leiden tot lagere premies. Bij een gelijkblijvende premie en een lagere opbouw zouden vooral jonge werknemers relatief veel bijdragen aan het herstel van de door de crisis aangetaste buffers van de pensioenfondsen.

Maar bestuurders van financieel zwakke fondsen en sociale partners hebben al aangegeven dat zij herstel van de buffers prioriteit willen geven boven premieverlaging.

Pensioenwet

Bovendien stelt de Pensioenwet dat bij financieel zwakke pensioenfondsen de premie ‘moet bijdragen aan herstel’ van de buffers.

Als Dijsselbloem die bepaling uit de wet zou schrappen, roept hij veel problemen over zich af: veel te traag herstellende fondsen, en mogelijk zelfs fondsen die in een neerwaartse spiraal terechtkomen.

Arbeidsvoorwaarde

Bovendien is pensioen een arbeidsvoorwaarde. Een groot deel van de loonruimte wordt besteed aan pensioen. Politici kunnen zich daar beter niet mee bemoeien: in een markteconomie bepalen bedrijven en werknemers wat de lonen zijn, niet de staat.

Als Dijsselbloem het pensioen van jongeren wil ontzien, zal hij iets anders moeten verzinnen dan pensioenfondsen te dwingen de premies te verlagen.