Ach ja, waarom ook niet? Na de televisie- en radiomarkt mogen publieke omroepen van het kabinet ook die van internet verstoren.
Het gaat maar om kleine bedragen, dus hij ziet het probleem niet en zal dan ook niets doen. Staatssecretaris Sander Dekker (VVD) van mediazaken gaf gisteren in de Tweede Kamer opnieuw een brevet van onvermogen af.
Die kleine bedragen betreffen de inkomsten die de publieke omroepen ophalen met internetreclame. Tijdens de behandeling van de mediabegroting drong vooral D66 erop aan om reclame op websites van de publieke omroepen aan banden te leggen.
Vals
Elke euro reclamegeld die de publieke omroepen ophalen, is er één te veel. Dat geldt voor televisie, radio en internet. Jaarlijks haalt de STER voor die omroepen zo’n 200 miljoen euro op. Dat is geld dat commerciële omroepen, uitgevers en private uitbaters van websites mislopen.
De publieke omroepen werken al marktverstorend doordat ze honderden miljoenen aan belastinggeld ontvangen. Ze maken er programma’s mee die private bedrijven vaak ook wel willen maken. Alles wat de STER uit de advertentiemarkt haalt, maakt de concurrentie nog valser.
Statement
De marktverstoring op televisie en radio is te wijten aan zijn voorgangers. Dekker had een statement kunnen maken door STER-reclame op internet te verbieden. Om zo particulier initiatief (daar houden VVD’ers normaal gesproken van) meer overlevingskansen te bieden.
Maar Dekker wil de STER op internet niet eens restricties opleggen. Die krijgt van hem bovendien meer ruimte om reclame op televisie en radio te verkopen.
Ga jullie gang maar, zegt Dekker tegen de publieke omroepen. En tegen private mediabedrijven: zoek het maar uit.