Vakbond FNV komt met een looneis van 3 procent. Werkgevers reageren verbijsterd. Zo gaat het elk jaar: de grote woorden zijn vooral bedoeld voor de achterban.
Het cao-onderhandelingsseizoen begint en vakcentrale FNV gaat er vol in met een looneis van 3 procent voor 2014. Het is de hoogste looneis sinds 2008.
De bond vindt deze eis verantwoord omdat de inflatie 2,75 procent is en werkenden als bouwvakkers en verpleegsters al jaren te maken hebben met koopkrachtverlies.
En alles moet bij voorkeur ook weer nivellerend: FNV wil een vast bedrag laten uitkeren in plaats van een procentueel bedrag van het loon. Zo gaan werknemers met een laag inkomen er meer op vooruit dan die met een hoog inkomen.
Hoofd boven water
Werkgevers reageren ‘verbijsterd’. Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB vinden de looneis volstrekt onrealistisch, nu veel bedrijven, vooral in het midden- en kleinbedrijf, moeite hebben om het hoofd boven water te houden.
Zo gaat het elk jaar. De FNV stelt met veel bombarie een centrale looneis, de werkgevers protesteren hevig. Maar massale protesten of stakingen bleven tot nu toe uit.
Voor dit jaar was de looneis van FNV 2,5 procent. Uiteindelijk was de gemiddelde loonsverhoging die in de cao’s werd afgesproken 1,4 procent. De grote woorden van de vakbonden en de reactie van de werkgevers zijn vooral voor de bühne. Ze vormen een soort rituele dans om het onderhandelingsseizoen in te luiden.
Onverantwoord
Het stellen van een looneis die voor alle sectoren geldt, is echt uit de tijd. In branches waar het slecht gaat, is zo’n eis inderdaad onverantwoord: een noodlijdende aannemer gaat failliet als hij zijn medewerkers ook nog eens 3 procent loonsverhoging moet geven.
Maar bij bedrijven die veel exporteren en die profiteren van de aantrekkende wereldhandel is die 3 procent wel haalbaar. Ook daar houden de sociale partners al rekening mee. Want de loonstijgingen per sector verschillen dit jaar behoorlijk. De soep wordt dus niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend.