In Nederland stijgt de werkloosheid nog steeds, in andere landen liggen de banen voor het oprapen. Werklozen die aan de slag willen, moeten bereid zijn hun koffers te pakken.
Tijdens een werkbezoek eind vorig jaar sprak PvdA-minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher met jonge werkzoekenden die klaagden dat ze maar geen baan konden vinden. Nu hadden ze ook wel wat eisen.
Een jonge vrouw uit Friesland met een afgeronde mbo-opleiding tot medisch laborante weigerde bijvoorbeeld te solliciteren op vacatures in de Randstad. Want, zo liet ze Asscher weten ‘daar is het me te druk’, tekende NRC Handelsblad op.
Vertienvoudigd
Gelukkig denken niet alle werklozen er zo over. Het aantal werkzoekenden dat ook naar werk zoekt in het buitenland is sterk toegenomen. In drie jaar tijd vertienvoudigde het aantal mensen dat bij uitkeringsinstantie en werkbemiddelaar UWV aangeeft bereid te zijn ook in het buitenland te willen werken van 4.000 naar 47.000.
Nu vond slechts een fractie daadwerkelijk een baan buiten Nederland, en heeft die sterke stijging deels te maken met een andere manier van registeren. Het UWV vraagt er pas sinds een jaar expliciet naar.
Op een totaal van bijna 440.000 werkzoekenden bij het UWV gaat het om 10 procent, maar toch: het is goed dat een groeiend aantal werklozen in elk geval bereid is over de grens te kijken bij het vinden van een baan. Hopelijk volgen meer Nederlandse werklozen hun voorbeeld.
Oud
De economische crisis mag dan voorbij zijn, op de Nederlandse arbeidsmarkt is het nog misère en dat blijft volgens het Centraal Planbureau dit jaar nog zo. Terwijl in landen als Duitsland en Zweden de banen voor het oprapen liggen.
Duitsland zit bijvoorbeeld te springen om crècheleidsters en piloten, in Zweden zoeken ze vanwege de vergrijzing van alles: van buschauffeurs en logistiek medewerkers tot medisch personeel en ondernemers.
Ook fijn: een 45-jarige geldt op de Zweedse arbeidsmarkt, anders dan in Nederland, nog niet als ‘oud’.