Kabinet, geen nieuwe ingrepen op de huizenmarkt graag!

Voor huizenkopers zijn het gouden tijden. Huizen zijn goed betaalbaar en het aanbod is enorm. Het kabinet moet het herstel van de huizenmarkt niet verstoren.

Na zes jaar malaise lijkt de huizenmarkt de weg naar boven te hebben gevonden: het aantal verkopen neemt spectaculair toe en de prijzen stijgen weer. Huizen brachten in mei 1,4 procent meer op dan een jaar eerder.

Herstel

Het herstel van de huizenmarkt loopt parallel met het herstel van de economie. Consumenten hebben er vertrouwen in dat de prijzen niet verder dalen en durven weer te kopen. De lage rente maakt huizen extra betaalbaar.

Een waarschuwing is op zijn plaats. Verkopers die denken dat prijzen snel weer op het oude niveau zijn, rekenen zich rijk. Sinds de piek in 2008 zijn huizen 20 procent goedkoper. De oude prijzen keren voorlopig niet terug.

Ook zijn er duidelijk verschillen tussen regio’s en zelfs binnen steden. In de betere wijken van populaire plaatsen is het herstel tastbaar. In krimpgebieden wil het nog niet vlotten.

Bedreiging

De grootste bedreiging voor de huizenmarkt komt uit Europa. Politiek en banken staan onder permanente druk uit Brussel om huizenkopers lagere leningen te verstrekken. Het kabinet heeft zich daar terecht tegen verzet.

Nederland heeft zelf al flink ingegrepen. Enkele jaren geleden mochten kopers nog 110 procent van de waarde van hun huis lenen. Dat percentage daalt geleidelijk naar 100 procent.

Rust

Vergeleken met andere landen is dat nog steeds hoog. Maar het aantal wanbetalers is hier laag.

Nieuwe ingrepen kunnen het herstel ernstig verstoren, met alle nare gevolgen voor de economie van dien. De huizenmarkt moet nu vooral met rust gelaten worden.