Er valt geen peil meer te trekken op de statistiekbrij rond het nationaal inkomen. Andere EU-landen worden beter van de Nederlandse cijferijver. En het kabinet kan daardoor zijn zaakjes mooier voorstellen. Maar geen Nederlander wordt er beter van. Integendeel.
Nederland wordt op papier steeds welvarender, alleen wordt geen Nederlandse burger er beter van – eerder slechter.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is ijverig bezig steeds weer nieuwe definities door te voeren en steeds weer nieuwe economische activiteiten op te sporen om die te kunnen toe voegen aan de nationale economie. Het gevolg: hogere contributies aan Brussel en mogelijk ook hogere uitgaven voor ontwikkelingshulp.
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) deed gisteren een doorzichtige poging alweer een nieuwe papieren vergroting van de economie als een meevaller voor te stellen: ‘Dat betekent dat het inkomen dat we met elkaar verdienen hoger is dan eerder gedacht.’
Zo precies mogelijk
In werkelijkheid krijgt geen Nederlander met terugwerkende kracht sinds 2011 extra geld op zijn bankrekening, of geld teruggestort van de Belastingdienst. Integendeel: bij een hoger nationaal inkomen, ook over voorgaande jaren, moet er extra geld naar Brussel.
Vorig najaar ging het al om 642 miljoen euro, nu kondigt Dijsselbloem nog eens 200 miljoen aan. En het einde is nog niet in zicht.
Het is mooi dat het CBS probeert zo precies mogelijk te zijn met het berekenen van het nationaal inkomen, maar het roept wel de vraag op of de accuratesse van het Nederlandse statistisch bureau in lijn is met die van soortgelijke instanties in andere landen in de Europese Unie.
Gesjoemeld
Het kan voor andere EU-landen immers lonen om minder ijverig te zijn dan het CBS, vooral omdat het leidt tot een relatief lagere contributie aan Brussel.
Dat er met statistieken kan worden gesjoemeld, is een publiek geheim. Dat het ook werkelijk gebeurt, blijkt uit het gerommel met statistieken in Griekenland.
Weinig opgemerkt is dat het kabinet-Rutte ook zijn voordeel doet met de papieren verhogingen van het nationaal inkomen. Daardoor lijkt het namelijk alsof het kabinet succesvol is met het terugdringen van de staatsschuld en de overheidsuitgaven.
Veel mooier
Zo schrijft het kabinet in de inleiding van het Stabiliteitsprogramma – de eerste begroting voor volgend jaar die vandaag naar Brussel gaat – dat de collectieve uitgaven als percentage van het bruto binnenlands product (bbp, alles wat burgers en bedrijven in een jaar verdienen) duidelijk afnemen, evenals de overheidsschuld als percentage van dat bbp.
Daarbij laat het kabinet na te vermelden dat die cijfers veel mooier lijken omdat het bbp dit jaar op papier met 6,2 procent is verhoogd. Zonder die bijstelling was de staatsschuld ongeveer driekwart van het bbp, met die bijstelling neigt die naar tweederde van het bbp.
Dat komt het kabinet mooi uit in zijn rapportage aan Brussel, want de staatsschuld moet volgens Europese regels uiteindelijk onder de 60 procent van het bbp. Zonder dat er aan de werkelijkheid iets verandert, lijkt het alsof Nederland goed op weg is.
Professionele neigingen
Hoezeer dat ook indruist tegen de professionele neigingen van het CBS, zou het toch beter zijn de Nederlandse correcties op het nationaal inkomen in lijn te houden met wat in de rest van de Europese Unie gangbaar is.
En niet, zoals nu, voortdurend nieuwe bijstellingen naar boven door te voeren en dat ook nog eens met terugwerkende kracht te doen. Het is niet alleen per saldo duur voor Nederland, er is ook geen touw meer aan vast te knopen.