Belastingstelsel simpeler? De lastendruk moet dalen

'ANP'

De overheid was de afgelopen jaren heel egoïstisch bezig haar eigen huishouding op orde te brengen, maar nam daarbij voor lief dat de economie werd gefrustreerd door de hoge lastenverhogingen die nodig werden gevonden om de overheidshuishouding te saneren.

VVD en PvdA willen lagere lasten op arbeid en het belastingstelsel simpeler en groener maken. Het vooralsnog geheime plan van de regeringspartijen moet, na eveneens geheime onderhandelingen met oppositiepartijen, op Prinsjesdag worden geopenbaard.

Het is een merkwaardige procedure,  maar voor de burgers telt toch vooral het resultaat. Er is bovendien al een jaar verloren gegaan, want het plan was al beloofd voor vorig jaar zomer.

Banen

Het eerste doel van kabinet en coalitie – het scheppen van banen door de lasten op arbeid te verlagen – is lovenswaardig, maar toch in de eerste plaats een compromis tussen VVD en PvdA.

De VVD pleegt doorgaans te pleiten voor lagere lasten en een  kleinere overheid, terwijl de PvdA juist voorstander is van een dominante rol van de overheid, die via hoge belastingen ook de inkomens verregaand herverdeelt. De regeringspartijen vonden elkaar in belastingverlaging met het doel banen te scheppen. Zo had de VVD wat (lastenverlaging) en de PvdA ook (een overheid die banen schept).

In werkelijkheid schept de overheid natuurlijk geen banen – behalve door zelf personeel te financieren, maar daar gaat het nu niet om. De overheid kan wel het economisch proces fnuiken door hoge belastingen op te leggen, ondernemerschap te ondermijnen en zo indirect ook werkgelegenheid te vernietigen.

Een dergelijke belemmering van bedrijvigheid wordt nog versterkt als werkenden niet of nauwelijks meer verdienen dan niet-werkenden en als extra inzet wel leidt tot een hoger bruto-inkomen, maar door afroming door de overheid nauwelijks tot extra netto-inkomen. Helaas produceert het huidige stelsel van belastingen en uitkeringen wel inactiviteit, onrechtvaardigheid en welvaartsverlies.

Lastendruk

Of de herziening van het belastingstelsel ergens toe leidt, moet dan ook in de eerste plaats worden afgemeten aan een cijfer waarop te weinig wordt gelet, te weten de algehele lastendruk.

De overheid was de afgelopen jaren heel egoïstisch bezig haar eigen huishouding op orde te brengen, maar nam daarbij voor lief dat de economie werd gefrustreerd door de hoge – banenvernietigende – lastenverhogingen die nodig werden gevonden om de overheidshuishouding te saneren.

Zo kon het gebeuren dat de overheid meer dan de helft ging uitgeven van wat er in de hele economie omgaat. En de lastendruk steeg tot boven de 40 procent van dat nationaal inkomen. Wil een herziening van het belastingstelsel ergens toe leiden, dan moet de economie structureel lucht krijgen en de algehele lastendruk eindelijk weer zakken, naar pakweg 35 procent van het nationaal inkomen.

De 5 miljard die het kabinet voor ogen heeft – en die ook nog eens neerbuigend ‘smeerolie’ wordt genoemd – getuigt in dat verband van veel te weinig ambitie.

Verschuiven

Het kabinet is ook drukker in de weer met het verschuiven van belastingen dan met het verlagen van belastingen. Maar verschuivingen zijn vooral vluchtroutes. De belasting op consumptie – de btw vooral – is in Nederland al minstens zo hoog als in de buurlanden en bovendien net verhoogd. Milieu­belastingen zijn al bijna nergens zo hoog als in Nederland.

Het verschuiven van lasten naar lagere overheden is alleen doelmatig als dat bijdraagt aan lagere lasten en niet, zoals te vrezen valt, tot hogere lasten leidt.

Een vereenvoudiging van het stelsel, bijvoorbeeld door het schrappen van nogal willekeurige belastingkortingen en het wieden in toeslagen, kan uiteraard nuttig zijn. Zoals ook de onredelijk geworden belasting van spaargelden moet worden aangepast.

Maar vooral moet toch in het oog worden gehouden dat de totale fiscale greep van de overheid stevig wordt verlicht en dat arbeid en ondernemen lonen.

Elsevier nummer 25, 20 juni 2015