Griekenland heeft de malaise vooral aan zichzelf te wijten

'Laurent Dubrule/EPA/ANP'

Tsipras zette met zijn plotse referendum, agressieve eisen en weigerachtige houding een pistool tegen het hoofd van de Griekse economie met het dreigement dat hij zou overhalen als hij zijn zin niet kreeg. De Griekse onwil is groter dan ooit, en dan kan er maar één conclusie zijn: Grexit.

Hoelang kun je doorgaan met geld lenen aan een land dat niet van plan lijkt ooit financieel orde op zaken te stellen? Zeker langer dan vijf jaar, vinden Europese leiders. Eurolanden bereikten maandag een akkoord met de Griekse premier Alexis Tsipras over een derde steunpakket, waarbij Griekenland nog eens tussen de 82 en 86 miljard euro te leen krijgt.

Bij het ter perse gaan van deze Elsevier was nog niet bekend of het Griekse parlement instemt met het akkoord, maar dat de Europese leiders Griekenland vooralsnog in de eurozone willen houden, is duidelijk. Tegen welke prijs ook, lijkt het.

Het derde steunpakket zal, gezien de toestand van de Griekse economie, niet voldoende zijn. Sinds 2010 heeft de Griekse economie er niet zo slecht voorgestaan. Er is geen investeerder of ondernemer te vinden die eraan denkt om zaken te doen in Griekenland. De economie is niet door rancuneuze technocraten ‘kapotbezuinigd’, zoals critici bezweren. Noch kunnen de strenge voorwaarden van het nieuwste steunpakket een Duitse coup worden genoemd.

Pijnlijk

In 2010, toen het voor het eerst om noodhulp vroeg, gaf Griekenland 36 miljard euro meer uit dan er binnenkwam, memoreerde hoofdeconoom Olivier Blanchard van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vorige week.

De Grieken leefden zo ver boven hun stand dat de neergang hoe dan ook pijnlijk zou zijn. Je kunt er geen uitgebreide verzorgingsstaat op na houden als niemand belasting betaalt.

Door zo’n 248 miljard euro aan het land uit te lenen, hebben de eurolanden en het IMF de neergang verzacht, niet verergerd. Zonder steun had Griekenland veel harder moeten bezuinigen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de Grieken dankzij de steun nog steeds boven hun stand kunnen leven.

De overheid geeft veel meer uit dan er binnenkomt: daarom hebben ze meer geld uit Europa nodig. Dat het zo slecht gaat in Griekenland, komt niet door de hoge schuldenlast van het land: doordat schuldeisers de leenvoorwaarden hebben versoepeld, is het land minder kwijt aan rente dan Italië of Portugal.

Gewone Grieken

Het is grotendeels de schuld van de Grieken zelf. Europa draagt Griekenland al vijf jaar op om te hervormen en zo zijn verdienvermogen op te krikken: ban corruptie uit om zakendoen makkelijker te maken.

Vereenvoudig de procedure voor het openen van een kapperszaak of apotheek om ondernemerschap te bevorderen. Privatiseer inefficiënte staatsbedrijven om hun diensten goedkoper te maken voor gewone Grieken. En ga zo maar door.

Allemaal niet gebeurd. Griekse kabinetten bezuinigden wel, maar veel gesuggereerde hervormingen zijn afgezwakt, vertraagd of genegeerd. De lijst van hervormingen op het akkoord van maandag is grosso modo dezelfde als die al jaren bij crisistoppen over Griekenland op de vergadertafel ligt.

Laatste zetje voor de huidige ellende werd gegeven door de Griekse premier Tsipras. Met zijn agressieve eis om schuldverlichting, zijn weigering om een IMF-lening terug te betalen en zijn plotse referendum zette hij een pistool tegen het hoofd van de Griekse economie met het dreigement dat hij zou overhalen als hij zijn zin niet kreeg.

Resultaat was dat ­investeerders het land de rug toekeerden, Grieken massaal hun geld van de bank haalden en de overheid buitenlandse overboekingen moest beperken om de banken niet te laten instorten.

Onwil

Het ontbreekt Europese leiders niet aan goede wil, werd deze week weer eens duidelijk. Er staan weer miljarden euro’s klaar – tegen de zin van veel belastingbetalers, overigens. Met de strenge voorwaarden proberen ze de Grieken te dwingen om te hervormen.

De Griekse onwil is groter dan ooit. Dan kan er maar één conclusie zijn: Grexit. Maar die bewaart Europa kennelijk voor een andere dag.

Elsevier nummer 29, 18 juli 2015