Het kabinet heeft woensdag een pensioenakkoord gesloten met D66, ChristenUnie en SGP. Wat zijn de belangrijkste veranderingen?
1. Opbouw van 2,25 naar 1,875 procent
Werknemers werken langer door en hebben daarom meer tijd om te sparen voor hun pensioen, redeneert het kabinet. Zij mogen daarom minder geld op een fiscaal voordelige manier wegzetten voor hun oude dag. De pensioenopbouw gaat omlaag van 2,25 procent naar 1,875 procent.
Dat heeft gevolgen voor de werknemer: na veertig jaar heeft die nog maar een pensioen van 75 procent van het gemiddelde inkomen gespaard. In het oude stelsel spaarde die in veertig jaar 90 procent van het gemiddelde inkomen. Veel pensioenfondsen zaten overigens wel al op een wat lager niveau.
Maar het heeft ook gevolgen voor de schatkist: de overheid kan namelijk over een groter deel van het salaris inkomstenbelasting gaan heffen. Dat kan de staat 3 miljard euro per jaar opleveren.
2. Premieverlaging
De pensioenfondsen moeten hun premies, het bedrag dat mensen maandelijks via hun salaris naar het fonds overmaken, verlagen. Zo zijn werkenden maandelijks een kleiner deel van hun salaris kwijt voor later. Dat geld kunnen ze nu uitgeven, en dat is weer goed voor de economie.
De Nederlandsche Bank ziet erop toe dat de fondsen de premies echt verlagen en kan boetes tot 1 miljoen euro opleggen.
3. Pensioenfondsen voor zzp’ers
Er komt een apart pensioenfonds voor zelfstandigen zonder personeel, zzp’ers. Als zij in de bijstand komen, hoeven zij hun gespaarde pensioengeld niet langer ‘op te eten’. Maar als zij arbeidsongeschikt worden, krijgen zij wel de mogelijkheid hun pensioengeld alvast te gebruiken.
4. Weer btw betalen
Pensioenfondsen worden, net als voor 2008, weer btw-plichtig. Dat betekent dat er ruim 100 miljoen euro meer naar de schatkist gaat.
Andere veranderingen
In de originele plannen van het kabinet zou de pensioenopbouw zelfs omlaag gaan tot 1,75 procent. Die plannen werden afgeschoten in de Eerste Kamer. Nu dat 1,875 procent wordt, loopt de staat ruim 600 miljoen euro aan belastinginkomsten mis. Daarom verandert er nog meer op de arbeidsmarkt.
Een deel van het ontstane gat wordt gedekt door 260 miljoen euro te bezuinigen op de ‘mobiliteitsbonus’, een bonus voor werkgevers die 50-plussers aannemen. Die bonus is er straks pas voor werknemers vanaf 56 jaar.
Daarnaast wordt de werkgeversbijdrage aan het Algemeen Werkloosheidsfonds niet meer zoveel verlaagd als eerder was gepland. Dat zou ook 260 miljoen euro moeten opleveren.