De belastingbetaler moet voortaan niet voor de volle honderd procent opdraaien voor de problemen die bij de banken ontstaan. Net zoals bij Cyprus moet eerst worden gekeken naar de aandeelhouders en de spaarders van de banken.
Dat zei minister van Financiën en voorzitter van de eurogroep Jeroen Dijsselbloem (PvdA) maandagavond bij Pauw en Witteman.
‘Banken moeten zich beter bewust worden van de risico’s die ze aangaan,’ zei Dijsselbloem.
Verkeerde volgorde
Daarnaast zei de minister dat de banken moeten werken aan het versterken van hun balans en dat aandeelhouders en spaarders voortaan moeten meebetalen als de bank in de problemen komt.
‘Uiteindelijk kan de overheid nog bijspringen, maar die volgorde was de afgelopen jaren andersom,’ zei Dijsselbloem.
Belastingbetaler
De minister zei daarmee niet dat de eerdere reddingsacties door de overheid van ING en SNS REAAL nu niet meer zouden voorkomen. ‘Dat waren uitzonderlijke gevallen van acute crisis,’ zei Dijsselbloem die echter wel liet doorschemeren dat in de toekomst de belastingbetaler pas als laatste aan de beurt komt bij redding van banken.
Kritiek
Dijsselbloem kreeg maandag veel kritiek na een interview met persbureau Reuters waarin hij zou hebben gezegd dat Cyprus een ‘blauwdruk’ is voor de toekomstige aanpak van bankencrises.
Dijsselbloem ontkende vervolgens zich zo te hebben uitgedrukt, maar het leed op de financiële markten was al geschied. Veel beurzen schoten in het rood omdat investeerders de eurozone bij gebrek aan vertrouwen de rug toekeerden.
Volg Servaas van der Laan op Twitter