Het zou te gek zijn geweest als de Europese leiders na 26 uur nog geen akkoord hadden kunnen sluiten over de begroting van de Europese Unie voor 2014-2020. De crisis is te groot om al te lang te blijven strijden over de precieze verdeling en de hoogte van het budget.
Het resultaat biedt voor elk wat wils, zoals voorzitter Herman Van Rompuy van de Europese Raad van Regeringsleiders na afloop zei. Wat niet wegneemt dat de gevestigde belangen – zoals landbouw dat nog altijd eenderde van de begroting beslaat – het beste uit de strijd komen.
Historisch
Premier Mark Rutte (VVD) kan met dit resultaat thuiskomen. Voor het eerst in de geschiedenis daalt de Europese begroting – van 993 miljard naar 960 miljard – en hij heeft de Nederlandse korting behouden.
Rutte besloot toen er vrijdagochtend even een pauze van enkele uren was ingelast niet naar zijn hotel te gaan om de gelegenheid te benutten verder te lobbyen. In plaats van onder de douche of een tukje bleef hij geconcentreerd op zijn doel en mogelijke spelers die hem konden helpen dat te bereiken. Dat Rutte op het laatste moment nog eens 45 miljoen eiste, viel niet goed bij leiders van landen die dieper in de crisis zitten dan Nederland, maar daar trok Rutte zich terecht niets van aan. Ook de anderen dachten louter aan hun eigen belang.
Netto inleveren
Het zit er wel dik in dat Nederland uiteindelijk netto inlevert. Provincies en regio’s zullen wat minder subsidies bemachtigen en de boeren wat minder steun. Ernstiger is dat juist de nog immer grote omvang van de klassieke begrotingsposten de sprong voorwaarts op innovatie en onderzoek in de weg staan. Voor modernisering komt meer geld dan in wetenschap en bedrijfsleven werd gehoopt.
Dat is vooral te wijten aan de Europese Commissie die in juni 2011 met een slecht begrotingsvoorstel op de proppen kwam. Dat voorstel was te weinig vernieuwend de stijging van de begroting met vijf procent was onrealistisch in deze barre tijden.
Meer van hetzelfde, terwijl intussen duidelijk is dat al die miljarden die de afgelopen decennia in Europa zijn gepompt de concurrentiekracht niet bepaald hebben vergroot.
Treurnis
Toch wordt in Brussel getreurd over de verlaging van de begroting. Meer geld voor groei en banen, luidt de mantra van eurofielen als Guy Verhofstadt, leider van de liberalen in het Europees Parlement.
Verhofstadt en de zijnen zouden moeten klagen over de slechte controle op Europese uitgaven door de lidstaten. Die weigeren in meerderheid het geld dat ze uit naam van Europa uitgeven te verantwoorden, waardoor de Europese Rekenkamer jaar na jaar de begroting afkeurt.
Duur te staan
Dit schandaal komt de Europese Unie nog eens duur te staan. De Rekenkamer legt te vaak misstanden met subsidies bloot. Burgers worden daardoor steeds eurokritischer.
Maar het is met subsidies overal hetzelfde: ze werken verslavend en lokken wantoestanden uit, zoals geluidwallen voor koeien in Polen aangelegd met Europees geld.
Kritiek hierop wordt afgedaan als demagogie, maar het is intussen wel de werkelijkheid. De Unie biedt te veel van zulke kansen voor open doel.