Schuld van Griekenland is voor een groot deel al cadeau gedaan

'EPA'

Griekenland wordt helemaal niet het vel over de oren getrokken, zoals diverse dwaallichten suggereren. Als de voorwaarden van de Griekse lening verder worden versoepeld, is het bijna een gift.

Toen Griekenland vijf jaar geleden niet meer kon verhullen dat het faillissement voor de deur stond, besloten de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Nicholas Sarkozy het land te hulp te schieten.

Dat was tegen alle afspraken in die waren gemaakt toen de euro in de steigers werd gezet, maar de meeste van die afspraken waren ook toen al een dode letter.

Het zal voor Merkel en Sarkozy zeker een rol hebben gespeeld dat Franse en Duitse banken vreesden dat zij konden fluiten naar de miljarden die ze in Griekenland hadden gestoken. Maar vooral Merkel goot er meteen ook een hoogdravend Europees sausje over.

Als er een land uit de euro zou vallen, was het met de euro gedaan, en als het met de euro gedaan was, dan was het met Europa gedaan, en voor je het wist, zou het weer oorlog zijn.

Winst

In Nederland was er weinig enthousiasme om de Grieken te hulp te schieten. Maar minister van Financiën Jan Kees de Jager stelde ons gerust: het aan Griekenland geleende geld zou tot op de laatste cent worden terugbetaald, met winst zelfs.

Vervolgens werd drie jaar geleden de rente op de leningen aan Griekenland verlaagd; over een deel hoefde de eerste tien jaar helemaal niets te worden betaald; als er toch wat aan werd verdiend, kregen de Grieken die winst overgemaakt, en de looptijd werd opgerekt tot dertig, veertig jaar. PvdA-leider Diederik Samsom was daar enthousiast over. Hij vond het een schande dat we geld wilden verdienen aan die arme Grieken.

In november 2012 stelde premier Mark Rutte het Nederlandse volk wederom gerust. Het aan Griekenland geleende geld zou vast wel terugkomen, want de schulden van landen als de Sovjet-Unie en Argentinië waren, ook al duurde het een tijdje, toch ook altijd terugbetaald?

Leningen

Hoe het inmiddels werkelijk zit, werd onlangs geschetst door Klaus Regling. Deze Duitser beheert vanuit een Luxemburgs kantoortje het grootste deel van de leningen die door de eurolanden aan Griekenland zijn verstrekt. Griekenland heeft 320 miljard schuld, zo’n 175 procent van het nationaal inkomen.

Driekwart van die Griekse schuld is in hoofdzaak overgenomen door ons, de burgers van de andere eurolanden, en drievijfde daarvan wordt beheerd door Klaus Regling.

Hij vertelde zonder omwegen dat we de Grieken hun schuld al voor een groot deel cadeau hebben gedaan. Als je geen of weinig rente betaalt en de looptijd duurt voort tot sint-juttemis, dan erodeert de waarde van die schuld in rap tempo.

De jaarlijkse waarde van die gulheid, zo becijferde Regling, is 8,7 miljard euro. Nederland geeft zo gerekend jaarlijks al zo’n half miljard euro subsidie aan Griekenland.

Verlies

Officieel hebben we als eurolanden en IMF dan wel 240 miljard aan Griekenland geleend, maar door de lange looptijden en de lage, dan wel afwezige, rente is de echte waarde – de contante waarde – nu al met 40 procent gedaald. Op de leningen aan Griekenland hebben we dus al een kleine 100 miljard euro afgestempeld. Verlies voor Nederland: 8 miljard euro.

Griekenland wordt dus helemaal niet het vel over de oren getrokken, zoals diverse dwaallichten suggereren. Het afstempelen van Griekse schuld – dat is al lang gebeurd. Het verder versoepelen van de leenvoorwaarden is al helemaal quatsch, want van nog soepeler maken, wordt het helemaal een gift.

Failliet

Bij dat alles is het niet onverstandig even naar de geschiedenis te kijken. Al sinds Griekenland zich in 1827 met hulp van de Engelsen, Fransen en Russen bevrijdde van het Ottomaanse Rijk, wordt het gesubsidieerd, vooral door de rest van Europa.

Er is geen land ter wereld dat de afgelopen twee eeuwen zo vaak en zo lang (de helft van de tijd, namelijk) failliet was of zijn schuld afgestempeld zag. Zelfs landen als Mexico en Brazilië waren de afgelopen twee eeuwen minder vaak en minder lang failliet dan euroland Griekenland.

Als je er bijna twee eeuwen lang mee wegkomt dat je wel schulden maakt, maar die niet of zeer gedeeltelijk terugbetaalt, ga je daarmee door. Als er weer eens een nieuwe Griekse regering is, zegt die gewoon dat de afspraken die met de vorige zijn gemaakt, niet deugen.

En iedereen die geld in Griekenland steekt – of het nu is om er geld aan te verdienen of om de vrede in Europa te bewaren – had dat kunnen weten.