Uit de statistieken blijkt dat dikke mensen niet korter maar langer leven. Er zijn verklaringen voor (roken!), maar kloppen die?
De Schotse arts Malcolm Kendrick gooit graag knuppels in het hoenderhok. Eerder schreef hij The Great Cholesterol Con, waarin hij stelde dat we ten onrechte bang zijn gemaakt voor een hoge bloedcholesterolspiegel.
In zijn nieuwste boek Doctoring Data. How to sort out medical advice from medical nonsense attaqueert hij nog meer heilige huisjes. Een daarvan is, zo bleek uit een voorpublicatie in de Britse krant The Independent, de opvatting dat dik zijn ongezond is.
Uit allerlei studies blijkt keer op keer dat er alleen een hogere sterfte is onder mensen die absurd dik zijn – een Body Mass Index (gewicht in kilo’s, gedeeld door lengte in meters en dan in het kwadraat) van boven de 35 – en mensen die veel te mager zijn (een BMI van minder dan 20).
Mensen met overgewicht (een BMI van 25 tot 30) leven langer dan mensen die een normaal gewicht hebben (BMI 20 tot 25). De Schotse arts vraagt zich dan ook af of het wel terecht is om slank als norm te benoemen als blijkt dat overgewicht met minder sterfte gepaard gaat.
Paradox
Het is een intrigerend dilemma. Elke deskundige, elke autoriteit, elke commissie beweert al dertig jaar dat we met zijn allen veel te dik worden en dat dit slecht is voor de gezondheid. De statistieken vertellen echter een ander verhaal: dikke mensen leven langer.
In 1999 is voor dit dilemma een naam bedacht: de obesitas-paradox. Hij is sindsdien keer op keer bevestigd.
Ook twee studies onder hartpatiënten in medisch vakblad Mayo Clinic Proceedings gaven vorig jaar weer aan dat mensen met overgewicht en zelfs met obesitas (een BMI van 30 tot 35) een 20 tot 30 procent lagere sterfte hebben dan slanke mensen.
Kendrick ruikt politieke correctheid. Artsen en autoriteiten hebben zich vastgebeten in de theorie dat overgewicht ongezond is en durven niet toe te geven dat het allemaal een vergissing is. De Schotse arts raadt in The Independent slanke mensen zelfs aan om meer te eten en aldus gezonder te worden.
Onzichtbaar
Dat is kort door de bocht. Er is immers een aantal niet onlogische verklaringen voor de obesitas-paradox.
Een daarvan, aangedragen door VU-hoogleraar voeding en gezondheid Jaap Seidell (dé autoriteit op dit gebied), is dat de ziekten die door dikte ontstaan (diabetes, hart- en vaatziekten) steeds beter behandelbaar en dus onzichtbaarder worden. Met andere woorden, eigenlijk zijn dikke mensen een beetje ziek maar zie je dat niet terug in de sterftestatistieken.
Seidell vermoedt politieke motieven achter het gestook van Kendrick. Hij laat per e-mail weten: politici en burgers lezen dit soort berichten graag omdat het hen ontslaat van de verantwoordelijkheid iets te ondernemen tegen de epidemie van welvaartsziekten.
Roken
Een andere mogelijke verklaring is dat wanneer iemand eenmaal ziek is, het bij het genezingsproces juist helpt om een paar kilo reserve te hebben.
Ook is het mogelijk dat de cijfers worden vertekend door roken en kanker. Kankerpatiënten vallen niet zelden zorgwekkend af. En ‘ongezonde’ rokers zijn doorgaans slanker dan ‘gezonde’ niet-rokers.
De Amerikaanse voedingsdeskundige Walter Willett schreef in Eat, Drink and Be Healthy dat roken de eetlust remt en rokers daarom slanker zijn. Aldus ontstaat volgens hem de illusie dat dik gezonder zou zijn dan slank.
Mysterie
Het klinkt plausibel maar toch wringt het. In de eerste plaats zijn de onderzoekers die de statistieken opstellen niet van lotje getikt en corrigeren ze voor roken.
Bovendien, als roken de verklaring is voor de obesitas-paradox, dan zou het verschil in sterfte tussen dikke en dunne mensen zo langzamerhand kleiner moeten worden omdat steeds minder mensen roken.
Het begint een medisch mysterie te worden. De cijfers zeggen dat dikke mensen langer leven, maar de deskundigen dat we die cijfers niet moeten geloven.
Elsevier nummer 16, 18 april 2015