Turks-Nederlandse organisaties hebben een advocatenkantoor ingeschakeld dat opheldering eist over het onderzoek dat Motivaction uitvoerde naar het gedrag van Nederlandse moslimjongeren. De organisaties hebben hun ernstige twijfels bij de uitkomst van het onderzoek
Maar liefst acht Turks-Nederlandse organisaties, waaronder de veel besproken Milli Görüş en de Süleymanlı-beweging, zijn in actie gekomen tegen het onderzoek van het bureau Motivaction dat uitgevoerd werd in opdracht van Forum.
Uit het onderzoek onder alle moslimjongeren bleek dat Turkse en Marokkaanse jongeren positief aankeken tegen steun voor de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS). Ongeveer 90 procent van de Turkse Nederlanders zou Syriëgangers als helden beschouwen.
Twijfels
De genoemde Turkse organisaties hebben, en zij niet alleen, hun twijfels bij de uitkomsten van het onderzoek. Vooral de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd, doet de wenkbrauwen fronsen. Advocatenkantoor Köse-advocaten uit Rotterdam heeft Motivaction en stichting Forum aangeschreven om opheldering te vragen. In de brief staat dat de enquête tot ‘stigmatisering van Turkse jongeren heeft geleid’ en dat het ‘de sociaaleconomische positie van de jongeren negatief beïnvloedt’.
De organisaties willen onder meer weten hoe de selectie van de respondenten is gedaan, hoeveel respondenten zijn benaderd, waar dit is gebeurd en en hoe de verhoudingen man-vrouw zijn geweest. Daarbij worden de begrippen IS en verzet tegen de Syrische president Bashar al-Assad door elkaar gehaald en is er geen onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen Turken. Ook is het vreemd dat de driehonderd geïnterviewde personen bijna allemaal aanhangers van de Turkse president zijn, terwijl dit niet overeenkomt met de samenstelling van de Turkse gemeenschap in Nederland. Het bureau vraagt de onderzoeksresultaten op en wil een contra-analyse laten verrichten.
Selectief
De Turkse organisaties staan niet alleen in hun kritiek op het onderzoek. Bijzonder hoogleraar survey-methodologie Jelke Bethlehem legt in de Volkskrant uit dat de onderzoekers wel erg selectief te werk zijn gegaan door voor een moskee of winkelcentrum te gaan staan en daar mensen aan te spreken van wie zij dachten dat ze tot de doelgroep behoorden.
‘Zo negeer je alle mensen die nooit bij een moskee of winkelcentrum komen,’ zegt hij. Daarbij is het twijfelachtig dat de onderzoekers face-to-face vragen hebben gesteld aan de respondenten. Volgens Bethlehem hebben jongeren sociaal wenselijke of juist provocerende antwoorden gegeven.