Bij een geweldsescalatie aan de grens met Rusland of het Midden-Oosten kan de Nederlandse krijgsmacht weinig uitrichten. Tussen de 3,3 en 5,7 miljard euro is per jaar extra nodig voor defensie.
De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), een adviescollege van de regering, zegt dat Nederland een sterkere krijgsmacht nodig heeft vanwege de ‘instabiele situatie rond Europa’.
Tanks
AIV-vicevoorzitter Alfred van Staden zegt donderdag in de Volkskrant dat de situatie ‘onhoudbaar’ is. Nederland heeft volgens hem een ‘light army‘ met ‘onvoldoende escalatiedominatie’. Er zou een ‘Deltaplan Krijgsmacht’ moeten komen.
Als het aan het adviesorgaan ligt, komt er een geleidelijke verhoging van het defensiebudget van 1,1 procent van het bruto binnenlands product, naar 1,6 procent. Dat zou een groei betekenen van 7,4 naar 10,4 miljard euro per jaar. Dat zou nog meer kunnen worden, als het bbp de komende jaren groeit.
Waar moet dat geld dan voor worden gebruikt? In ieder geval om de in 2011 afgeschafte tanks opnieuw toe te voegen. Van Staden zegt tegen de krant dat het Nederlandse leger ‘buitengewoon kwetsbaar’ zou zijn bij ‘een krachtmeting met Rusland’.
‘En als je denkt aan operaties in het Midden-Oosten en Noord-Afrika dan is het ook handig dat je kunt escaleren.’
Manifest
Eerder deze maand pleitten 28 prominenten in een manifest al voor een hoger budget voor defensie en internationale veiligheid. Jaarlijks zou er 1,5 miljard euro meer moeten worden uitgetrokken, vinden een groep oud-ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken en andere oud-politici.
Bezuinigingen op defensie zouden de afgelopen 25 jaar te ver zijn doorgeschoten. En vanwege crises in Oekraïne, het Midden-Oosten en Afrika en terroristische dreigingen, is het noodzakelijk dat de krijgsmacht meer armslag krijgt, staat in het manifest dat de groep heeft aangeboden aan ministers Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD, Defensie) en Bert Koenders (PvdA, Buitenlandse Zaken).
Onder de prominenten zijn oud-ministers van Defensie Hans Hillen en Eimert van Middelkoop. Ook oud-ministers van Buitenlandse Zaken Ben Bot en Uri Rosenthal ondertekenden het manifest.