Minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) stoort zich eraan dat studenten in Nederland vaak voor de hoogst mogelijke opleiding kiezen. Ze zouden beter kunnen kijken naar welke opleiding het beste bij ze past.
Dat zegt de minister in een interview met de Volkskrant waarin ze haar plannen voor het hoger onderwijs toelicht.
Iedereen wil hogerop
‘Wat mij stoort, is dat iedereen alleen maar hogerop wil. Met een vwo-diploma wil iedereen naar de universiteit. Een mbo-diploma zou niet goed genoeg zijn, terwijl dat ook een prima diploma is. Het is belangrijker om de juiste student op de juiste plek te krijgen,’ zegt de minister.
Ze maakt die opmerking vanwege de overbevolking op universiteiten. Veel opleidingen kunnen dat hoge aantal moeilijk aan en dat gaat ten koste van het onderwijs. ‘Niet iedereen past meer in dezelfde mal. Dat was in de jaren vijftig en zestig volstrekt anders, toen een heel kleine, selecte, bijna elitaire groep naar de universiteit ging’.
Meer aandacht
De minister stopt een miljard uit de opbrengsten van het sociaal leenstelsel in het hoger onderwijs. Er moeten meer docenten bij die gerichter onderwijs kunnen geven in kleinere klassen.
Zo hebben allochtone studenten volgens de minister extra aandacht nodig. ‘Ik zie ook dat het studiesucces van allochtone jongens dramatisch slecht is. Voor die jongeren – eerstegeneratiestudenten die niet gewend zijn te studeren – is het vooral zaak dat we hen zo goed mogelijk begeleiden om een diploma te halen’.
Maar, zo vindt de minister, er zal ook wat moeten veranderen bij de student zelf. Die kiest nu nog veel te vaak voor de hoogst mogelijke opleiding.
Om daar verandering in te brengen, komt de minister met combi-opleidingen. Zo kan een hbo-modeopleiding worden gecombineerd met een business school aan de universiteit. Of een hbo-sportopleiding met gezondheidswetenschappen op academisch niveau. Ook vindt de minister dat er meer gerichte hbo-opleidingen moeten komen voor studenten van WO-niveau die geen ambitie hebben om verder te gaan in de wetenschap. ‘Ik denk dat er echt veel behoefte is, ook binnen het reguliere onderwijs, aan dat soort opleidingen. Nu zijn er alleen University Colleges‘.
Publiek debat
Professoren zouden tegelijkertijd meer van hun academische wolk moeten komen en deelnemen aan het publieke debat:
‘Ik vind dat wetenschappers zich best meer mogen mengen in het publieke debat. Het gaat er niet alleen maar om zo veel mogelijk te publiceren. Nu zijn er perverse prikkels die wetenschappers aanzetten tot heel veel publicaties. Daaraan moet een einde komen. Het is net zo belangrijk om deel te nemen aan het publieke debat, les te geven aan een middelbare school of je kennis door te geven aan een milieu-organisatie’.